ECLI:NL:ORBBACM:2013:15

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 september 2013
Publicatiedatum
16 september 2019
Zaaknummer
2012/54109
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag winstbelasting en verzuimboete

In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen een aanslag in de winstbelasting voor het jaar 2006, die op 30 december 2010 is opgelegd, samen met een verzuimboete. Belanghebbende heeft op 22 februari 2011 bezwaar aangetekend tegen de aanslag, maar de Inspecteur heeft deze bij uitspraak van 1 december 2011 gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende op 1 februari 2012 beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 21 mei 2013 in Oranjestad was de Inspecteur vertegenwoordigd door [B], terwijl belanghebbende niet aanwezig was.

De Inspecteur heeft ter zitting verklaard dat de aanslag winstbelasting over het jaar 2006, conform een op 2 februari 2012 ingediende aangifte, is verminderd naar nihil. Tevens is de verzuimboete, die was opgelegd wegens het te laat indienen van de aangifte, verminderd tot Afl. 250,-. De Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende de aangifte niet binnen de door de Inspecteur gestelde termijn heeft ingediend.

Op basis van artikel 54, eerste lid, van de Algemene Landsverordening belastingen en het Boetebeleid Belastingdienst Aruba 2004, heeft de Inspecteur terecht een boete opgelegd. De Raad heeft geen omstandigheden aangetroffen die zouden rechtvaardigen dat de boete niet zou worden opgelegd of verder verminderd zou moeten worden.

In de beslissing verklaart de Raad het beroep gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en handhaaft de aanslag en de verzuimboetebeschikking zoals deze door de Inspecteur ambtshalve zijn verminderd. De uitspraak is gedaan in raadkamer op 30 september 2013.

Uitspraak

Beschikking van 30 september 2013, nr. 2012/54109.
DE RA.AD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Aruba
inzake: [belanghebbende],
gemachtigde [A],
tegen
[de Inspecteur]

1.Het procesverloop

1.1
Aan belanghebbende is op 30 december 2010 een aanslag in de winstbelasting opgelegd voor het jaar 2006. Gelijktijdig is aan belanghebbende een verzuimboete opgelegd.
1.2
Belanghebbende is op 22 februari 2011 tijdig in bezwaar gekomen tegen de aanslag. Bij uitspraak van 1 december 2011 heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd.
1.3
Belanghebbende is op 1 februari 2012 tijdig tegen deze uitspraak in beroep gekomen.
1.4
De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.
1.5
Ter zitting van 21 mei 2013 te Oranjestad is verschenen, namens de Inspecteur, [B]. Belanghebbende is niet verschenen.

2.Beoordeling van het geschil

2.1.
Ter zitting heeft de Inspecteur verklaard dat, conform de op 2 februari 2012 alsnog ingediende aangifte winstbelasting over het jaar 2006, de aanslag winstbelasting over het jaar 2006 verminderd is naar nihil; een kopie van de verminderingsbeschikking is aangehecht aan het vertoogschrift. De verzuimboete wegens het te laat indienen van de aangifte is gelijktijdig verminderd tot Afl. 250,-.
2.2
Vaststaat dat belanghebbende niet binnen de door de Inspecteur gestelde termijn de aangifte winstbelasting 2006 heeft ingediend.
2.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 54, eerste lid, van de Algemene Landsverordening belastingen en op het Boetebeleid Belastingdienst Aruba 2004 heeft de Inspecteur terecht een boete van, na vermindering, Afl. 250,- opgelegd. Niet gebleken is van enige omstandigheid waardoor het opleggen van een boete achterwege had dienen te blijven dan wel de boete verder had dienen te worden verminderd.
3. Beslissing
De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak waarvan beroep en handhaaft de aanslag en de verzuimboetebeschikking zoals deze door de inspecteur ambtshalve zijn verminderd.
Aldus gedaan in raadkamer door mrs. M.T. Boerlage, voorzitter, G.J. van i\luijen en E.F. Faase, leden in tegenwoordigheid van de secretaris mr. N. Martines en uitgesproken in het openbaar op 30 september 2013.