Uitspraak
zitting houdende in Aruba
gemachtigde [A],
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen een aanslag in de winstbelasting voor het jaar 2006, die op 30 december 2010 is opgelegd, samen met een verzuimboete. Belanghebbende heeft op 22 februari 2011 bezwaar aangetekend tegen de aanslag, maar de Inspecteur heeft deze bij uitspraak van 1 december 2011 gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende op 1 februari 2012 beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 21 mei 2013 in Oranjestad was de Inspecteur vertegenwoordigd door [B], terwijl belanghebbende niet aanwezig was.
De Inspecteur heeft ter zitting verklaard dat de aanslag winstbelasting over het jaar 2006, conform een op 2 februari 2012 ingediende aangifte, is verminderd naar nihil. Tevens is de verzuimboete, die was opgelegd wegens het te laat indienen van de aangifte, verminderd tot Afl. 250,-. De Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende de aangifte niet binnen de door de Inspecteur gestelde termijn heeft ingediend.
Op basis van artikel 54, eerste lid, van de Algemene Landsverordening belastingen en het Boetebeleid Belastingdienst Aruba 2004, heeft de Inspecteur terecht een boete opgelegd. De Raad heeft geen omstandigheden aangetroffen die zouden rechtvaardigen dat de boete niet zou worden opgelegd of verder verminderd zou moeten worden.
In de beslissing verklaart de Raad het beroep gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en handhaaft de aanslag en de verzuimboetebeschikking zoals deze door de Inspecteur ambtshalve zijn verminderd. De uitspraak is gedaan in raadkamer op 30 september 2013.