Uitspraak
zitting houdende op Curaçao,
gemachtigde [A],
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 22 juli 2011 uitspraak gedaan over de vraag of naheffingsaanslagen in de premie Algemene Ouderdomsverzekering en Algemene Weduwen- en wezenverzekering vernietigd moesten worden. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen, maar de Inspecteur had deze bezwaarschriften niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De belanghebbende stelde dat de Inspecteur niet tijdig uitspraak had gedaan op de bezwaren en dat er verschillende procedurele fouten waren gemaakt, waaronder het niet verzenden van een bewijs van ontvangst van de bezwaarschriften.
De Raad heeft vastgesteld dat de Inspecteur de bezwaarschriften op 20 november 2009 had ontvangen en dat de uitspraken op bezwaar, gedateerd op 19 maart 2010, tijdig waren gedaan volgens artikel 30, tweede lid, van de Algemene landsverordening landsbelastingen (ALL). De Raad oordeelde dat, zelfs als de uitspraken op bezwaar ontijdig waren gedaan, dit niet automatisch leidde tot de vernietiging van de naheffingsaanslagen. De Raad verwierp ook het beroep van de belanghebbende op billijkheid en redelijkheid, aangezien deze begrippen niet beslissend zijn in belastingzaken.
Uiteindelijk concludeerde de Raad dat de beroepen ongegrond waren en verklaarde de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de bezwaartermijnen en de procedurele vereisten in belastingzaken.