ECLI:NL:ORBBACM:2011:12

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 juli 2011
Publicatiedatum
24 september 2019
Zaaknummer
2009/0072-47739
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslagen grondbelasting in het kader van het Eilandelijk Ontwikkelingsplan Curaçao

In deze zaak gaat het om een beroep tegen aanslagen in de grondbelasting die aan de belanghebbende zijn opgelegd voor de jaren 2002 tot en met 2007. De belanghebbende heeft op 5 maart 2009 beroep aangetekend tegen het niet tijdig nemen van uitspraken op bezwaar door de Inspecteur. Tijdens de procedure heeft de Inspecteur op 13 mei 2011 de aanslagen met 50% verminderd, wat door de Raad als uitspraken op de bezwaarschriften wordt beschouwd. De zitting vond plaats op 16 mei 2011, waar de gemachtigde van de belanghebbende en een vertegenwoordiger van de Inspecteur aanwezig waren.

De feiten zijn als volgt: de aanslagen hebben betrekking op een perceel grond zonder opstallen, dat deel uitmaakt van een conserveringsgebied volgens het Eilandelijk Ontwikkelingsplan Curaçao. De belastbare waarde voor 2002 is vastgesteld op Naf 75.000. Het geschil betreft de vraag of de aanslagen zijn vastgesteld op een juiste heffingsgrondslag. De belanghebbende stelt dat de waarde op 50% van Naf 75.000, oftewel Naf 37.500, moet worden vastgesteld, terwijl de Inspecteur stelt dat de aanslagen zijn verlaagd tot de door de belanghebbende voorgestane grondslag.

De Raad heeft vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat de belastbare waarde en heffingsgrondslag voor de grondbelasting op Naf 37.500 moet worden vastgesteld. De Raad concludeert dat de aanslagen, zoals door de Inspecteur zijn vastgesteld, niet te hoog zijn en dat er geen strijdigheid is met enige wettelijke bepaling. Aangezien de Inspecteur niet tijdig uitspraak op bezwaar heeft gedaan, wordt het beroep gegrond verklaard. De Raad handhaaft de aanslagen zoals deze zijn verminderd bij de beschikkingen van 13 mei 2011.

Uitspraak

Beschikking d.d. 20 juli 2011, nr. 2009/0072-47739
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende op Curaçao,
inzake: [belanghebbende],
gemachtigde [A],
tegen
[de Inspecteur].

1.Het procesverloop

1.1
Aan belanghebbende zijn op 17 april 2008 aanslagen in de grondbelasting opgelegd voor de jaren 2002 tot en met 2007.
1.2
Belanghebbende is op 5 maart 2009 in beroep gekomen tegen het met dan wel niet tijdig nemen van uitspraken op bezwaar.
1.3
Hangende de onderhavige beroepsprocedure heeft de Inspecteur op 13 mei 2011 de aanslagen tot op 50% verminderd. De Raad merkt deze verminderingsbeschikkingen mede aan als uitspraken op de bezwaarschriften en merkt het beroepschrift aan als mede gericht tegen deze uitspraken.
1.4
De Inspecteur heeft geen vertoogschrift ingediend.
1.5
Ter zitting van 16 mei 2011 te Willemstad zijn verschenen mevrouw [B] namens de Inspecteur en de voornoemde gemachtigde namens belanghebbende.

2.De tussen partijen vaststaande feiten

Het volgende is op grond van de schriftelijke stukken en hetgeen ter zitting is gezegd, komen vast te staan. Het is tussen partijen niet in geschil of door een van de partijen gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende tegengesproken.
2.1
De aanslagen hebben betrekking op een perceel grond waarop zich geen opstallen bevinden. Het perceel maakt deel uit van de gronden die in het Eilandelijk Ontwikkelingsplan Curaçao zijn bestemd tot conserveringsgebied.
2.2
De belastbare waarde voor 2002 is door de Inspecteur vastgesteld op Naf 75.000.

3.Geschil

Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of de aanslagen zijn vastgesteld naar een juiste heffingsgrondslag, zoals de Inspecteur stelt en belanghebbende ontkent. Belanghebbende verdedigt dat de waarde moet worden vastgesteld op 50% van Naf 75.000 = Naf 37.500. De Inspecteur stelt dat de aanslagen zijn verlaagd tot aanslagen naar de door belanghebbende voorgestane grondslag.
4.
De standpunten van partijen
Voor de standpunten van partijen verwijst de Raad naar de van hen afkomstige stukken en naar hetgeen zij ter zitting hebben opgebracht.

5.Beoordeling van het geschil

5.1
Ingevolge artikel 5A van de Grondbelastingverordening 1908 wordt de belastbare waarde van terreinen die in het kader van een Eilandelijk Ontwikkelingsplan tot conserveringsgebied zijn bestemd, voor zover en voor zo lang die terreinen als zodanig zijn bestemd, gesteld op de helft van de belastbare waarde die gold ten tijde van de inwerkingtreding van het Eilandelijke Ontwikkelingsplan.
5.2
Ter zitting is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat de belastbare waarde en daarmee de heffingsgrondslag voor de grondbelasting dient te worden vastgesteld op Naf 37.500. Bij deze stand van zaken is niet in geschil dat de aanslagen zoals deze door de Inspecteur nader zijn vastgesteld, niet te hoog zijn. Nu de Raad niet is gebleken van strijdigheid met enige wettelijke bepaling, in het bijzonder het hiervoor in 5.1 genoemde artikel, sluit de Raad zich aan bij dat eenstemmige oordeel van partijen.
5.3
Nu de Inspecteur niet tijdig uitspraak op bezwaar heeft gedaan, dient het beroep reeds daarom gegrond te worden verklaard. De aanslagen dienen te worden gehandhaafd overeenkomstig de door de Inspecteur genomen verminderingsbeschikkingen.

6.Beslissing

De Raad verklaart het beroep gegrond en handhaaft de aanslagen zoals deze zijn verminderd bij de beschikkingen van 13 mei 2011.
Aldus gedaan in raadkamer door mrs. M.T. Boerlage, C.W.M. van Ballegooijen en E.F. Faase in tegenwoordigheid van de secretaris mr. P. Isenia en uitgesproken in het openbaar op 20 juli 2011.