Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
Uitspraak
[Appellant]
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 14 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een appellant die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao, waarin het Gerecht zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van de bezwaren van de appellant tegen het uitblijven van een reactie van de regering op zijn verzoeken om proceskosten en nevenvorderingen. De appellant had eerder een uitspraak van het Gerecht van 28 oktober 2019 gekregen, waarin de regering werd veroordeeld tot betaling van proceskosten van NAf 350,-. De appellant stelde dat de regering niet tijdig had gereageerd op zijn verzoeken, maar het Gerecht oordeelde dat het niet bevoegd was om deze bezwaren te behandelen, omdat het niet ging om een beschikking in de zin van de relevante wetgeving.
De Raad bevestigde het oordeel van het Gerecht en oordeelde dat de brief van de regering waarin werd meegedeeld dat de proceskosten waren betaald, niet als een beschikking kan worden aangemerkt. De Raad stelde vast dat de appellant zijn belang nog had bij de nevenvorderingen, maar dat het Gerecht zich terecht onbevoegd had verklaard. De Raad kon in hoger beroep geen oordeel geven over de schadevergoedingen die samenhangen met de vertraagde uitbetaling van de proceskosten. De hoger beroepen van de appellant werden afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.