Uitspraak
Wet ambtenarenrechtspraak 1951 BES (War 1951 BES)
RAAD VAN BEROEP
Proces-verbaal
[Appellant],
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Beslissing
verklaarthet hoger beroep
niet-ontvankelijk.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 29 oktober 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellant] tegen de beslissing van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. [Appellant] had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 9 februari 2024, waarin zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn sollicitatie naar de functie van projectmanager ICT ongegrond was verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat [appellant] inmiddels geen interesse meer heeft in de functie van projectmanager ICT, aangezien hij heeft aangegeven te ambiëren voor de functie van strategisch adviseur. Hierdoor heeft hij geen procesbelang meer bij de beoordeling van zijn hoger beroep, omdat het resultaat dat hij nastreeft, namelijk de functie van projectmanager ICT, geen feitelijke betekenis meer heeft. De Raad concludeert dat een beoordeling van de inconsistentie van de minister in deze procedure niet voldoende is voor het aannemen van procesbelang. Daarom is het hoger beroep van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard.