Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
Procesverloop
Overwegingen
2. Een andere betrekking of een andere werkkring wordt hem, tenzij in spoedeisende gevallen, niet opgedragen dan nadat hij is gehoord.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba. De zaak betreft de plaatsing van een ambtenaar, geïntimeerde, in een andere werkkring binnen de naschoolse kinderopvang. Geïntimeerde was sinds 2004 werkzaam als groepsleider en was tot 1 augustus 2008 tewerkgesteld in centrum [C]. Op 1 juli 2021 werd zij door het hoofd van het Bureau geplaatst in centrum [B], wat zij aanvoerde als een onterecht besluit. Geïntimeerde heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, ondersteund door haar vakbond, en het Gerecht heeft haar bezwaar gegrond verklaard en de beslissing van het Bureau vernietigd.
De Minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de beslissing om geïntimeerde te plaatsen in centrum [B] niet door het bevoegde gezag, de Gouverneur, was genomen. De Raad oordeelt dat de plaatsing in strijd is met artikel 53 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma), dat bepaalt dat een ambtenaar niet zonder te zijn gehoord in een andere werkkring kan worden geplaatst. De Raad concludeert dat de beslissing niet deugdelijk is gemotiveerd en bevestigt de uitspraak van het Gerecht, waarbij de Gouverneur wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan geïntimeerde.