In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ambtenaar, appellant, tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar de rang van hoofdtechnicus 1ste klasse. De Gouverneur van Aruba heeft deze afwijzing gebaseerd op de functiewaardering, waaruit blijkt dat de functie van appellant maximaal is gewaardeerd op het niveau van schaal 8. Appellant is sinds 1 juni 1989 werkzaam als ambtenaar en heeft in de loop der jaren verschillende bevorderingen ondergaan. In 2017 heeft hij verzocht om bevordering naar schaal 9, maar dit verzoek is afgewezen op basis van een advies van de directeur van de Directie Recurso Humano, die stelde dat appellant de maximale waardering van zijn functie al had bereikt.
De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak op 8 februari 2022 behandeld. Appellant betwistte dat hij de functie van Telecommunicatie Inspecteur bekleedt en voerde aan dat de functiewaardering niet op zijn feitelijke werkzaamheden is gebaseerd. De Raad heeft echter vastgesteld dat de afwijzing van de bevordering in redelijkheid kon worden gebaseerd op de functiewaardering en dat er geen aanknopingspunten waren om te oordelen dat de Gouverneur onterecht had gehandeld. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken bevestigd, waarbij het bezwaar van appellant ongegrond werd verklaard.
De Raad concludeert dat de afwijzing van de bevordering naar de rang van hoofdtechnicus 1ste klasse terecht is, omdat appellant niet voldoet aan de vereisten voor deze rang, zoals vastgelegd in de Landsverordening ambtenarenrechtspraak. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.