In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Minister van Financiën en Overheidsorganisatie van Aruba tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, waarin het verzoek van appellante om uitbetaling van niet genoten ATV-dagen werd afgewezen. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken heeft op 18 augustus 2021 uitspraak gedaan. De appellante, werkzaam als ambtenaar, had verzocht om compensatie voor haar niet genoten ATV-dagen, maar dit verzoek werd door de geïntimeerde afgewezen op basis van de ATV-regeling, die stelt dat niet genoten ATV-dagen niet worden uitbetaald. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat de ATV-regeling niet onredelijk is en dat er geen zwaarwegende redenen zijn om van het beleid af te wijken. De Raad concludeerde dat de ATV-regeling beleid is en dat individuele ambtenaren hieraan geen rechten kunnen ontlenen. De Raad oordeelde dat de bestreden beschikking in overeenstemming met het beleid is genomen en dat het hoger beroep van appellante niet slaagt.