In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.M.E. Mohamed, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar de rang van referendaris. Het Gerecht had het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat de appellant de beschikking waartegen het bezwaar was gericht niet had overgelegd. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat op grond van artikel 46 van de Landsverordening ambtenarenrechtspraak (La) de ambtenarenrechter zonder nader onderzoek het bezwaar niet-ontvankelijk kan verklaren als de appellant de beschikking niet heeft overgelegd. De Raad bevestigt de uitspraak van het Gerecht, omdat de appellant niet binnen de gestelde termijn het verzuim heeft hersteld. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.