Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
Op het hoger beroep van:
[appellant],
18 juni 2018, AUA201701118 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
de Gouverneur van Aruba,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, waarin een strafontslag is opgelegd aan een politieambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 2 juni 2021 uitspraak gedaan. De appellant, de Gouverneur van Aruba, had de ambtenaar ontslagen op basis van artikel 83 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht, vanwege zijn gedrag dat niet in overeenstemming was met de eisen die aan een goed ambtenaar worden gesteld. De ambtenaar had zich schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn vriendin en een vrouwelijke collega, wat leidde tot een veroordeling in eerste aanleg. Het Gerecht had het bezwaar van de ambtenaar tegen het ontslag ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze beslissing bevestigd. De Raad oordeelde dat de straf van ontslag niet onevenredig was in verhouding tot het gepleegde plichtsverzuim. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat de omstandigheden van andere gevallen niet vergelijkbaar waren met die van de appellant. De Raad concludeerde dat het Gerecht terecht had geoordeeld dat het plichtsverzuim van de ambtenaar zo ernstig was dat alleen een strafontslag gerechtvaardigd was.