In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba. De zaak betreft de bevordering van de geïntimeerde, die met ingang van 1 februari 2015 benoemd is in de rang van adjunct-technisch ambtenaar in schaal 7. De geïntimeerde had bezwaar gemaakt tegen de impliciete weigering van de Gouverneur om haar eerder te bevorderen tot de rang van technicus 1ste klasse A. Het Gerecht had het bezwaar van de geïntimeerde gegrond verklaard, maar de Gouverneur ging in hoger beroep.
De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak op 29 april 2021 behandeld. De Raad oordeelt dat de omvang van het geding wordt begrensd door de inhoud van de bestreden beschikking. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep slaagt, omdat de bestreden beschikking niet ook een afwijzing van het verzoek van de geïntimeerde om bevordering tot technicus 1ste klasse A kan inhouden. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het bezwaar van de geïntimeerde alsnog ongegrond.
De Raad overweegt verder dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 juni 2021.