Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
Op het hoger beroep van:
[appellante],
18 december 2015, GAZA 1509/15 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
de Staten van Aruba,
Procesverloop
Overwegingen
25 februari 2015 in te trekken en de bestreden beschikking uit te vaardigen. Hierbij heeft geïntimeerde primair besloten appellante met ingang van 12 juni 2015 oneervol ontslag te verlenen als Griffier van de Staten wegens plichtsverzuim, subsidiair eervol ontslag te verlenen wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid voor de functie anders dan op grond van ziels- of lichaamsgebreken omdat zij de functioneel vereiste persoonlijke eigenschappen mist, dan wel - meer subsidiair – dat sprake is van gebrek aan vertrouwen en het in gevaar brengen van de ambtelijke onafhankelijkheid. Tot slot heeft geïntimeerde secundair besloten dat het ontslag onmiddellijk ten uitvoer wordt gelegd onder stopzetting van de bezoldiging per
12 juni 2015.
4 januari 2011 vermelde benaming ‘executive make-up and complete make-up workshop’ te wijzigen om veel kritiek te vermijden. Appellante heeft daarop de benaming van de cursus laten wijzigen in ‘personal care and presentation’. Het Gerecht heeft dan ook met juistheid overwogen dat appellante bij de declaratie van de cursus op zijn minst niet de vereiste transparantie heeft betracht. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
“Ik ben op de hoogte dat [de bode] vaak de kinderen van de Griffier van school haalde. Volgens mij al vanaf 2010 (…). Ik heb hem op een dag verzocht om correspondentie te bezorgen en hij gaf aan dat hij dat niet gelijk kon doen daar hij de kinderen moest ophalen. Hij gaf aan dit niet leuk te vinden daar dit zijn dagelijkse werkzaamheden in de weg stond. Ik weet dat [de bode] ook de kinderen naar sportactiviteiten bracht. (…) Een keer heeft de Griffier mij gedurende een dienstreis verzocht om aan [de bode] door te geven om haar belastingpapieren bij de Ontvanger der Belastingen op te halen. Een keer dat we naar Curaçao gingen in verband met werkbezoek ging ik de Griffier thuis halen en zag ik [de bode] bij haar thuis in zijn privé auto om de kinderen naar school te brengen. Volgens de Griffier is zij een dure kracht en maakt zij daardoor gebruik van de bode/chauffeur.”Mevrouw [naam 4] heeft als volgt verklaard:
“In die periode heb ik ook [appellante] aangesproken over het feit dat ze een dienstauto heeft van de Staten en er ook verklaringen zijn dat haar kinderen worden opgehaald door de bode. Hierop heeft ze nadrukkelijk verklaard dat dat niet gebeurt en gaf ze voorbeelden van andere incidentele momenten waarbij de bode wat voor Statenleden heeft gedaan. Hierop heb ik duidelijk aangegeven dat ze NIET gebruik mag maken van de bode voor privé doeleinden.”Verder zijn in het onderzoeksrapport, blz. 125 en 127 tot en met 129, nog andere verklaringen van werknemers van de Griffie opgenomen. Die hebben onder meer verklaard over het door de bode bij appellante thuis bezorgen en ophalen van de kranten, het bestaan van een rooster die appellante aan de bode gaf voor het ophalen van de kinderen van school en het brengen van de zoon van appellante naar voetbal.
Bijlage 38 bij het onderzoeksrapport bevat een overzicht van e-mailberichten en agenda items. Hieruit blijkt dat appellante vanaf 2010 gebruik heeft gemaakt van de bode voor privé doeleinden.
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.