Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[appellant],
18 september 2017, AUA201600601 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
de minister van Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet hoger beroep
niet-ontvankelijk.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 14 april 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de minister van Justitie van Aruba. Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba van 18 september 2017. De appellant had op 19 oktober 2017 een pro forma beroepschrift ingediend, maar dit beroepschrift bevatte niet de vereiste gronden van het beroep. De Raad heeft de appellant in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen door binnen vier weken een aanvullend beroepschrift in te dienen. Echter, de appellant heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt en ook geen uitstel verzocht. Hierdoor heeft de Raad, op basis van artikel 106, eerste lid, van de Lvar, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van een volledig beroepschrift en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke vereisten.