Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
Op het hoger beroep van:
[appellante],
11 september 2017, AUA201600536 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
de Gouverneur van Aruba,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Gouverneur van Aruba tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, waarin het bezwaar van appellante tegen haar ontslag ongegrond werd verklaard. Appellante, werkzaam als maatschappelijk werker, werd ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim hield verband met haar betrokkenheid bij de situatie van haar broer, die verdacht werd van ontucht met minderjarigen. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 12 mei 2021 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat het aan appellante verweten plichtsverzuim voldoende aannemelijk was en dat het gegeven ontslag niet onevenredig was. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van het Gerecht, waarbij werd vastgesteld dat appellante niet adequaat had gereageerd op de ernstige verdenkingen tegen haar broer en dat zij de belangen van de aan het Bureau Orthopedagogisch Centrum toevertrouwde jongeren had geschaad. De Raad concludeerde dat appellante had nagelaten te handelen waar dat nodig was en had gehandeld waar dat niet had gemoeten, wat leidde tot de bevestiging van het ontslag.