Uitspraak
Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (RAr 1951)
1.Procesverloop
2.Overwegingen
3.Beslissing
- verklaarthet verzet
niet-ontvankelijk; - wijsthet verzoek om herziening
af.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken op 6 maart 2020 uitspraak gedaan op het verzet en het verzoek om herziening van [opposante], die in beroep was gegaan tegen eerdere uitspraken van de Raad. De zaak betreft een geschil over de functieaanstelling en bezoldiging van [opposante] als Beleidsmedewerker C. In eerdere procedures heeft de Raad op 17 juni 2015 het hoger beroep van [opposante] gegrond verklaard, maar het bezwaar tegen de functieaanstelling niet-ontvankelijk verklaard.
[opposante] heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar de Raad oordeelt dat het verzet niet-ontvankelijk is, omdat de uitspraak van 17 juni 2015 niet onder artikel 107 van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 valt. De Raad heeft vastgesteld dat de uitspraak in volledige samenstelling is gedaan en niet enkel door de voorzitter.
Daarnaast heeft [opposante] een verzoek om herziening ingediend, maar de Raad heeft geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die aanleiding geven tot herziening van de eerdere uitspraak. Het verzoek om herziening is dan ook afgewezen. De Raad heeft besloten dat er geen aanleiding is voor schadevergoeding of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.