Uitspraak
RAAD VAN BEROEP IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO
[appellant],
de Regering van Curaçao
Procesverloop
28 oktober 2015. In dit besluit heeft geïntimeerde de rechtspositie van appellant vastgesteld door hem per 1 december 2013 te plaatsen in de functie van Tactisch Rechercheur VVC.
Overwegingen
.Zoals de Raad eerder in een vergelijkbaar geval heeft overwogen (uitspraak van 3 februari 2020, ECLI:NL:ORBAACM:2020:5) mocht appellant, gegeven de door het Land Curaçao bij het Convenant Reorganisatie KPC (convenant) voorziene bezwarenprocedure met daarna beroep bij de ambtenarenrechter, op welke weg appellant in de brief nog eens uitdrukkelijk is gewezen, ervan uitgaan dat hij door die, door de overheid ingerichte weg te volgen, dat op juiste en effectieve wijze had gedaan en dat hij aldus niet ook nog tegen het landsbesluit, waarbij de rechtspositie van appellant werd bepaald, bezwaar moest indienen. Dat appellant tegen het landsbesluit van
28 september 2019 is besproken, zal de zaak niet worden teruggewezen naar het Gerecht maar zal de Raad inhoudelijk uitspraak doen. Daartoe overweegt hij over wat in bezwaar is aangevoerd het volgende.
Beslissing
- verklaarthet hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak
gegrond; - vernietigtde aangevallen uitspraak;
- verklaarthet bezwaar tegen de brief van 9 juni 2015
ongegrond; - verklaarthet bezwaar tegen het landsbesluit van 28 oktober 2015
niet-ontvankelijk; - veroordeeltgeïntimeerde tot betaling aan appellant van zijn proceskosten tot een bedrag van NAf 1.400,- geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.