Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
wijsthet verzoek
af.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Curaçao, onder leiding van voorzitter D. Haan, op 21 december 2017 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een ambtenaar van politie, had een verzoek ingediend om zijn bezoldiging te laten doorbetalen, omdat hij van mening was dat zijn strafontslag, dat op 1 augustus 2015 was opgelegd, nog niet onherroepelijk was en niet onmiddellijk ten uitvoer was gelegd. De voorzitter oordeelde dat artikel 106, eerste lid, van het Besluit rechtspositie Korps Politie Nederlandse Antillen 2000 geen betekenis had voor de datum van het strafontslag, aangezien bij strafontslag tegen een bepaalde datum geen verdere handeling vereist is voor de tenuitvoerlegging. De voorzitter concludeerde dat de verzoeker na de datum van het strafontslag geen aanspraak meer had op bezoldiging, zolang het strafontslag niet was herroepen of vernietigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werden geen proceskosten aan de zijde van de verzoeker toegewezen. De uitspraak volgde op een eerdere beslissing van het Gerecht in Ambtenarenzaken, die het bezwaar van de verzoeker tegen het strafontslag ongegrond had verklaard.