ECLI:NL:OGHNAA:2010:BO4465

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
22 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AR 695/09 - HAR 91/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentele vordering tot schorsing tenuitvoerlegging van vonnis inzake ontruiming casinoruimte door Millennium Resource Group N.V.

In deze Arubaanse zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 22 januari 2010 uitspraak gedaan in een incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. Het vonnis, gewezen op 25 november 2009, beval de naamloze vennootschap The Millennium Resource Group N.V. om de gehuurde casinoruimte uiterlijk op 14 februari 2010 te ontruimen. Millennium, die meer dan 90 personeelsleden in dienst heeft, vorderde schorsing van de ontruiming in afwachting van de uitspraak in hoger beroep, omdat de ontruiming onomkeerbare schade zou veroorzaken voor haar werknemers en haar bedrijf. Het Hof oordeelde dat de belangenafweging in het voordeel van Millennium uitviel, omdat de schade die zou ontstaan door de ontruiming zeer zwaarwegend was. Aruba Caribbean Hotel, de verweerster, had enkel aangevoerd dat zij van Millennium als huurder af wilde, zonder concrete argumenten over de spoedeisendheid van de ontruiming. Het Hof concludeerde dat de belangen van Millennium zwaarder wogen dan die van Aruba Caribbean Hotel, en dat de schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis moest worden toegewezen. De kosten van het incident werden gereserveerd tot de einduitspraak in de hoofdzaak.

Uitspraak

Registratienummer: AR 695/09 - HAR 91/09
Uitspraak: 22 januari 2010
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
vonnis in het incident als bedoeld in artikel 272 Rv in de zaak van:
de naamloze vennootschap THE MILLENNIUM RESOURCE GROUP N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres in het incident,
gemachtigden: mrs. J.M. de Cuba en M. Hammoud,
- tegen -
de rechtspersoon naar Amerikaans recht ARUBA CARIBBEAN HOTEL LIMITED PARTNERSHIP,
gevestigd te Delaware, Verenigde Staten van Amerika,
verweerster in het incident,
gemachtigden: mrs. J.P. Sjiem Fat en A.F. Kuster.
Partijen worden hierna Millenium en Aruba Caribbean Hotel genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Op 25 november 2009 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (verder: GEA) tussen partijen vonnis gewezen. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, de procesgang aldaar en de overwegingen en beslissingen van het GEA wordt verwezen naar dat vonnis.
1.2 Millennium is in hoger beroep gekomen van voornoemd vonnis door op 8 december 2009 een akte van appel in te dienen. Op 16 december 2009 heeft Millennium een incidentele vordering ingediend ertoe strekkende dat de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis van 25 november 2009 op de voet van artikel 272 Rv wordt opgeschort voor de duur van het geding in hoger beroep, kosten rechtens.
1.3 De vordering is behandeld ter zitting van 19 januari 2010 in Aruba ten overstaan van mr. J. de Boer. Bij die gelegenheid hebben mr. De Cuba voor Millennium en mr. Sjiem Fat voor Aruba Caribbean Hotel de standpunten van partijen aan de hand van pleitnotities toegelicht; tevoren waren door Aruba Caribbean Hotel producties ingezonden. Millennium heeft gepersisteerd bij haar vordering en Aruba Caribbean Hotel heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
1.4 Vonnis is bepaald op heden.
2. De beoordeling in het incident
2.1 Bij de beoordeling van een incidentele vordering als de onderhavige moeten de belangen van partijen worden afgewogen in het licht van de omstandigheden van het geval. Daarbij moet worden nagegaan of op grond van die omstandigheden, bijvoorbeeld in verband met de spoedeisendheid van het voldoen aan de veroordeling, het belang van degene die de veroordeling verkreeg, zwaarder weegt dan dat van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand tot op het rechtsmiddel is beslist. De kans van slagen van het aangewende rechtsmiddel dient daarbij in de regel buiten beschouwing te blijven (HR 30 mei 2008, NJ 2008, 311, Newbay/Staat).
2.2 In het bestreden vonnis heeft het GEA onder meer Millennium bevolen uiterlijk op 14 februari 2010 de gehuurde casinoruimte te ontruimen, met machtiging aan Aruba Caribbean Hotel de ontruiming zonodig zelf te bewerkstelligen met behulp van de deurwaarder en de sterke arm. Hiertegen richt zich Millenniums incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging.
2.3 Het GEA heeft in rov. 4.14 overwogen dat het belang van Millennium dat bestaat omdat een ontruiming onomkeerbaar is en zij schade lijdt bij een andersluidende uitspraak in hoger beroep niet opweegt tegen het – in het algemeen bestaande – belang van Aruba Caribbean Hotel niet langer te hoeven wachten op wat haar toekomt. Daarbij heeft het GEA in aanmerking genomen dat Millennium recht op schadevergoeding zal hebben mocht zij in hoger beroep gelijk krijgen. In rov. 4.13 heeft het GEA kennelijk ook laten meewegen dat, gelet op de proceshouding van Millennium, deze niet vrijwillig tot ontruiming zou overgaan.
2.4 Niet staat vast dat door Millennium wanprestatie is gepleegd. Millennium heeft volgens het GEA niet voldaan aan de voorwaarde voor verlenging van de huurovereenkomst dat de Gross Gaming Revenu over het zevende, achtste en negende jaar gemiddeld US$ 6.8 miljoen dient te overstijgen. Het GEA (rov. 4.13) heeft de stellingen van partijen ten aanzien van andere voorwaarden onbesproken gelaten.
2.5 Millennium heeft het casino de afgelopen tien jaren in exploitatie en zij meent contractueel recht op verlenging te hebben. Onweersproken is dat zij bijna 100 (althans: meer dan 90) personeelsleden in dienst heeft die bij ontruiming op 14 februari 2010 moeten worden ontslagen. Het belang dat zulks kan worden afgewend in afwachting van de uitspraak in hoger beroep is zeer zwaarwegend. De door Millennium aangevoerde belangen van de bij de ontruiming direct betrokken werknemers dienen te worden meegewogen. Hierbij komen andere schadeposten als gevolg van de ontruiming (verlies aan investeringen enz.).
2.6 Door Aruba Caribbean Hotel is, naast haar – in het algemeen bestaande – belang te verkrijgen wat haar volgens het bestreden vonnis toekomt, concreet slechts aangevoerd dat zij van Millennium als huurder afwil. De verhoudingen zijn verstoord en zij meent dat het contract niet stipt wordt nageleefd. Ter zitting op 19 januari 2010 is echter gebleken dat Aruba Caribbean Hotel nog geen opvolgende ‘operator’ heeft gevonden. Aruba Caribbean Hotel is voornemens na 14 februari 2010 de exploitatie voorlopig te laten verrichten door een 100% dochter van haarzelf.
2.7 Naar het oordeel van het Hof valt op grond van het voorgaande de voor toepassing van artikel 272 Rv vereiste belangenafweging (zie rov. 2.1) in het voordeel uit van Millennium.
2.8 Het Hof heeft daarbij nog laten meewegen dat een uitspraak in hoger beroep niet lang op zich hoeft te laten wachten. De memorie van grieven is volgens Millennium inmiddels ingediend. Millennium heeft verklaard afstand te doen van haar ingevolge het procesreglement toekomende rechten op uitstel van proceshandelingen. Aruba Caribbean Hotel zou desgewenst erop kunnen toezien dat betekeningen inderdaad ‘onverwijld’ (artikelen 273 en 275 Rv) geschieden, dat de stukken inderdaad ‘Uiterlijk binnen twee weken’ na betekening aan het Hof worden gezonden (artikel 276 Rv) en dat zonder vertraging een dag voor pleidooi wordt bepaald.
2.9 Overigens maakt het Hof partijen erop attent dat een redelijke uitleg van artikel 56 Rv meebrengt dat indien de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis is geschorst, een incidentele vordering kan worden ingesteld om de schorsing ongedaan te maken (zie Hofvonnis van 27 oktober 2009, AR 132/06 – HAR 71/09, NJF 2010, Duck International, 11 rov. 2.1).
2.10 Uit het voorgaande volgt dat de verlangde schorsing moet worden uitgesproken. De kosten van het incident zullen worden gereserveerd tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
BESLISSING
Het Hof:
- wijst toe, uitvoerbaar bij voorraad, de incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 25 november 2009;
- reserveert de kosten van het incident tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J. de Boer, H.L. Wattel en J.P. de Haan, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 22 januari 2010.