ECLI:NL:OGHNAA:2008:BD8931
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- B.M. Mezas
- J. de Boer
- F.J.P. Lock
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het Nederlanderschap van een minderjarig kind na erkenning door de vader
In deze zaak hebben verzoekers, de ouders van een minderjarig kind, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba verzocht om vast te stellen dat hun kind, geboren op [geboortedatum] 2007 in Aruba, de Nederlandse nationaliteit bezit. Dit verzoek is ingediend op basis van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RwNed). De vader, die de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft het kind twee dagen na de geboorte erkend. De zaak is behandeld op 15 april 2008, waarbij de ouders en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de waarnemend Advocaat-Generaal van Aruba.
Het Hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie. Het Hof heeft vastgesteld dat de erkenning van het kind door de vader, in combinatie met het bewijs van vaderschap via DNA-onderzoek, voldoende is om het Nederlanderschap van het kind vast te stellen. Het Hof heeft daarbij opgemerkt dat de wijziging van de Rijkswet, die in 2003 in werking trad, niet van toepassing is op deze zaak, omdat de erkenning en het bewijs van vaderschap tijdig zijn geleverd.
De uitspraak van het Hof houdt in dat het kind Nederlander wordt met ingang van de datum zoals bedoeld in artikel 4 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het Hof heeft het verzoek om terugwerkende kracht van het Nederlanderschap afgewezen, maar heeft wel bevestigd dat de juridische status van het kind als Nederlander met ingang van de vastgestelde datum geldt. De beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is openbaar gemaakt.