ECLI:NL:OGHNAA:2005:BG0975
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- W.P.M. ter Berg
- C.H. Govaerts
- R.W.L. Loeb
- N.M. Martinez
- Rechtspraak.nl
Weigering van vergunning tot tijdelijk verblijf en niet-ontvankelijkheid van hoger beroep
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 21 november 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de weigering van een vergunning tot tijdelijk verblijf. De appellante had eerder een aanvraag ingediend bij de Gezaghebber van het Eilandgebied Curaçao, die deze aanvraag op 23 maart 2004 had afgewezen. Hiertegen maakten appellante en een belanghebbende bezwaar, maar het uitblijven van een beslissing op dit bezwaar leidde tot een beroep bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Dit Gerecht verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond in zijn uitspraak van 10 maart 2005.
Appellante stelde hoger beroep in tegen deze uitspraak, maar het Hof oordeelde dat, nu de Gezaghebber op 27 september 2005 alsnog een beslissing op het bezwaar had genomen, appellante geen belang meer had bij het hoger beroep. Het Hof concludeerde dat de procedure die betrekking had op het uitblijven van de beslissing niet meer relevant was, omdat de beslissing inmiddels was genomen. Daarom verklaarde het Hof het hoger beroep niet-ontvankelijk.
De proceskosten werden toegewezen aan de Minister van Justitie, die werd veroordeeld tot betaling van Naf. 700,00 aan appellante, ter dekking van de kosten die zij had gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de voorzitter en de leden van het Hof aanwezig waren, evenals de griffier.