Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
niet-ontvankelijk.
de griffier,
voor deze,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de naamloze vennootschap Botica Mia N.V. tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De zaak betreft de afwijzing van een verzoek om een vergunning voor het vestigen van een apotheek aan de Santa Rosaweg 354. De minister van Gezondheid, Milieu en Natuur had op 18 november 2012 het verzoek van appellante afgewezen. Appellante maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft appellante beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beschikking op het bezwaar, wat leidde tot een uitspraak van het Gerecht op 10 juni 2015, waarin een verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen.
Het Hof heeft de zaak behandeld op 17 maart 2016. De rechters overwegen dat de uitspraak van het Gerecht dateert van voor de inwerkingtreding van artikel 9c van de Landsverordening administratieve rechtspraak. Hierdoor was het recht, zoals dit gold voor dat tijdstip, van toepassing op het beroep. De minister heeft tijdens het hoger beroep alsnog op het bezwaar van appellante beschikt, waardoor appellante geen belang meer had bij het hoger beroep. De procedure had enkel tot doel dat de minister alsnog een beschikking zou geven, wat inmiddels was gebeurd. Daarom kon appellante door de uitkomst van het hoger beroep niet in een gunstiger positie geraken, wat leidde tot de beslissing van het Hof om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.