1. Administratieplichtigen zijn:
a. natuurlijke personen die een bedrijf of beroep uitoefenen;
b. natuurlijke personen die inhoudingsplichtig zijn;
c. lichamen.
2. Administratieplichtigen zijn gehouden van hun vermogenstoestand en van alles betreffende
hun bedrijf naar de eisen van dat bedrijf op zodanige wijze een administratie te voeren en
de daartoe behorende gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde hun
rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van de belasting overigens van belang
zijnde gegevens hieruit duidelijk blijken.
3. De administratie behoort te worden gevoerd in het Nederlands, Papiaments, Engels of
Spaans, met gebruikmaking van de daarbij gebruikelijke cijfers.
4. Tot de administratie behoort hetgeen ingevolge de belastingverordening wordt vastgelegd.
5. De inrichting, het bijhouden en bewaren van de administratie dient controle daarvan door
de Inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk te maken. De administratieplichtige
verleent de hiervoor benodigde medewerking en verschaft het nodige inzicht in de opzet en
de werking van de administratie.
6. Administratieplichtigen zijn verplicht hun administratie en de daartoe behorende
gegevensdragers gedurende tien jaar te bewaren.
7. De administratieplichtige die de gevorderde gegevensdragers of de inhoud daarvan, niet
of slechts ten dele ter inzage verstrekt, wordt geacht niet volledig te hebben voldaan aan
een op grond van dit artikel opgelegde verplichting tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat de
afwezigheid of onvolledigheid van de gegevensdragers of de inhoud ervan het gevolg is van
overmacht.