5.5Het Hof acht in dit geval de volgende omstandigheden van belang:
( i) voorafgaand aan en meteen na het uitspreken van de surseance van betaling op 30 maart 2022 heeft de bestuurder van de projectontwikkelaar zijn teleurstelling daarover geuit en heeft hij aan de stichting laten weten dat het “einde oefening” was, dat hij de notaris die door de projectontwikkelaar was ingeschakeld (hierna: de notaris) zou instrueren te stoppen met zijn werkzaamheden en dat hij de reis zou annuleren en de kosten zou afboeken (zie de in het bestreden vonnis onder 2.11 en 2.14 vermelde mededelingen van de bestuurder en onder 2.15 van de notaris);
(ii) nadien is de bestuurder van de projectontwikkelaar naar Curaçao gereisd en hebben besprekingen plaatsgevonden tussen hem, de directeur van de stichting en de bewindvoerder, onder meer op 20 april 2022 (bij [bedrijf A]) en op 23 april 2022 (bij [bedrijf B]); van die besprekingen is geen verslag gemaakt;
(iii) na de bespreking van 20 april 2022 heeft de bestuurder per mail van diezelfde dag (2.17 bestreden vonnis) aan de directeur van de stichting meegedeeld dat er wijzigingen noodzakelijk zijn in de overeenkomst, onder meer wijzigingen in de wijze van betaling van de koopsom, wijzigingen in de samenwerking met de stichting en in de samenstelling van het bestuur en de Raad van Commissarissen van de stichting;
(iv) op 22 april 2022 heeft de directeur van de stichting van de jurist van de projectontwikkelaar de concept-allonge ontvangen met door de projectontwikkelaar voorgestelde wijzigingen. De directeur heeft die mail doorgestuurd aan de Raad van Bestuur van de stichting (RvB) en heeft daarna aan de projectontwikkelaar laten weten dat de RvB behoefte heeft aan overleg. De bestuurder van de projectontwikkelaar heeft het verzoek om dat overleg afgehouden onder verwijzing naar zijn vertrouwenspersoon en naar de bewindvoerder (2.19 bestreden vonnis);
( v) op 23 april 2022 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de bestuurder, zijn vertrouwenspersoon en de directeur (niet vastgelegd in verslag, mail of whatsapp);
(vi) op 25 april 2022 deelt de directeur mee aan de bestuurder dat het dagelijkse overleg wordt opgeschort totdat een bespreking heeft plaatsgevonden tussen de bestuurder en de RvB (2.20 bestreden vonnis); de bestuurder reageert daarop gestoken en meldt dat de besproken aanpassingen geen voorstellen meer zijn, maar “reeds met jouw bestuur besproken” (2.21 bestreden vonnis);
(vii) op 28 april 2022 is er een overleg geweest tussen de RvB en de vertrouwenspersoon, waarin is meegedeeld dat de RvB het niet eens is met de voorgestelde wijzigingen (2.22 bestreden vonnis);
(viii) de notaris heeft op 28 april 2022 aan de bewindvoerder en aan een notaris in Curaçao een stappenplan gestuurd dat uitgaat van de in de allonge vervatte wijzigingen; dit stappenplan is niet aan de stichting verstuurd. De bewindvoerder heeft gereageerd door mee te delen dat hij geen toestemming geeft voor de wijzigingen in de allonge (2.23, 2.24 bestreden vonnis);
(ix) een direct overleg tussen de bestuurder en de RvB heeft ondanks verzoeken van de stichting niet meer plaatsgevonden; de bestuurder heeft een gepland overleg afgezegd, heeft laten weten geen heil meer te zien in dit overleg en heeft rechtsmaatregelen aangekondigd (2.27, 2.28 bestreden vonnis);
( x) bij mail van 11 mei 2022 heeft de voorzitter van de RvB aan de bestuurder de directe vraag gesteld of de projectontwikkelaar de overeenkomst nog wil en kan nakomen; de bestuurder heeft daarop gereageerd bij mail van diezelfde dag met verwijzing naar de voorgestelde wijzigingen in de allonge (2.30 bestreden vonnis);
(xi) na correspondentie waarbij partijen elkaar verwijten in gebreke te zijn in de nakoming van de overeenkomst (2.31-2.33 bestreden vonnis) ontbindt de stichting de overeenkomst (2.34 bestreden vonnis).