ECLI:NL:OGHACMB:2025:122
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep tegen vestigingsvergunning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een beroep tegen een vestigingsvergunning. De appellant, een buurman van de vergunninghoudster, had binnen zes weken na bekendwording van de beschikking beroep moeten instellen, maar deed dit te laat. De vergunninghoudster, die een nagel-, spa- en schoonheidssalon exploiteert, had op 6 september 2022 een vergunning verkregen om haar onderneming te verplaatsen naar een nieuw adres. De minister van Economische Ontwikkeling had de appellant geïnformeerd over de vergunning, maar deze stelde pas op 11 augustus 2023 beroep in, veertien weken na de termijn. Het Hof oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, en dat de appellant niet tijdig heeft gereageerd op de beschikking. De argumenten van de appellant dat hij valse informatie heeft ontvangen van overheidsinstanties en dat hij overlast ervaart, leiden niet tot een ander oordeel. Het Hof bevestigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.