In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de verzekerden tegen de beslissing van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin hun vorderingen tegen de verzekeraar, FATUM GENERAL INSURANCE N.V., werden afgewezen. De verzekerden, die een brandverzekering hadden afgesloten voor hun pand in Curaçao, claimen schadevergoeding na een brand op 2 mei 2019. Het Gerecht oordeelde dat de verzekerden de verzekeraar niet op de hoogte hadden gesteld van een wijziging in de bestemming van het pand, wat volgens de polisvoorwaarden leidde tot opschorting van de dekking. De verzekerden betwisten dit en stellen dat het pand al sinds 2012 voor bedrijfsmatige activiteiten werd gebruikt, zonder dat dit een risicoverzwaring met zich meebracht. Het Hof oordeelt dat de verzekeraar onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer en dat de verzekerden zich terecht beroepen op de zorgplicht van de verzekeraar. Het Hof vernietigt het vonnis van het Gerecht en wijst de vorderingen van de verzekerden toe, waarbij de verzekeraar wordt veroordeeld tot schadevergoeding van NAf 52.748,21, vermeerderd met wettelijke rente.