ECLI:NL:OGHACMB:2024:51
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.M. van der Bunt
- G.C.C. Lewin
- E.W.A. Vonk
- Rechtspraak.nl
Tussentijds hoger beroep in echtscheidingszaak met Turkse echtscheidingsuitspraak
In deze zaak gaat het om een tussentijds hoger beroep dat is ingesteld door [Appellant], wonend in Turkije en deels in Belarus, tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De beschikking, uitgesproken op 15 mei 2024, betreft een echtscheidingsverzoek van [Geïntimeerde], die in Sint Maarten woont. De procedure is gestart na een eerdere beschikking van het Gerecht op 5 december 2022, waarin voorlopige voorzieningen zijn getroffen. Op 9 mei 2023 verleende het Hof [Appellant] vergunning om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen de beschikking van het Gerecht. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 januari 2024, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De kern van de zaak draait om de ontvankelijkheid van het echtscheidingsverzoek van [Geïntimeerde], ondanks een eerder uitgesproken Turkse echtscheiding. Het Hof heeft geoordeeld dat de Turkse echtscheidingsuitspraak niet voldoet aan de criteria van behoorlijke rechtspleging zoals gesteld in het Gazprombank-arrest. Het Hof concludeert dat de Turkse echtscheidingsuitspraak niet kan worden erkend in Sint Maarten, omdat de oproeping van [Geïntimeerde] voor de Turkse procedure niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Dit leidt tot de conclusie dat [Geïntimeerde] terecht ontvankelijk is geoordeeld in haar echtscheidingsverzoek.
Het Hof bevestigt de bestreden beschikking en wijst de zaak terug naar het Gerecht voor verdere behandeling en beslissing. Er is geen aanleiding voor een kostenveroordeling.