Uitspraak
1.[APPELLANT 1],
[APPELLANT 2]
[APPELLANT 3]
[APPELLANT 4].,
5.de naamloze vennootschapGRASSROOTS LAWYERS N.V.,
[appellante 6],
[geïntimeerde 2],
De zaak in het kort
Het verloop van de procedure
De feiten
promissory note getekend, waarbij hij zich hoofdelijk schuldenaar verklaart voor een schuld van VT SXM aan [naam 1].
"Engagement Letter for Legal Services"d.d. 17 januari 2019 ondertekend op briefpapier van [appellant 1]. Daarin verklaart hij onder andere de General Terms & Conditions van [appellant 1] te hebben ontvangen en daarmee akkoord te zijn. Het doel van de inschakeling van [appellant 1] is:
"Legal representation and legal related work in the case filed by Resort of the World N.V., h.o.d.n. [naam 1] MAHO Beach Resort and Casino.”De cliënten zijn [geïntimeerde 2] en twee vennootschappen waarvan hij bestuurder is: S.D. Technologies N.V. (VT SXM) en Virtual Technology Anguilla Distribution Limited (VTA).
"If you do not agree with the judgement (...) you can always appeal your case. (...). However, we do not recommend to appeal the case as you have never denied the claims made by Resort of the World N.V."
‘’This is really tough on me and I am completely heart broken. I would like to know if I can come see you on Monday or one of your Lawyers to start the Appeal or stop this Bankruptcy until the case is reviewed properly.”Per email van 16 december 2019 bericht [appellant 1] dat hij, noch zijn kantoorgenoten, tijd hebben voor [geïntimeerde 2] en verwijst hem naar drie met name genoemde advocaten.
De vordering en de beslissing in eerste aanleg
promissory notedoor zijn echtgenote (op grond van het toestemmingsvereiste bedoeld in de artikelen 1:88 jo 1:89 BW). Het Gerecht heeft de gevorderde schadeposten grotendeels toegewezen (met uitzondering van de misgelopen proceskostenveroordelingen). Het Gerecht heeft Grassroots hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep tegen de faillietverklaring (NAf 6.000). Verder heeft het Gerecht [appellant 1] c.s. en Grassroots hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de boedelkosten, nader op te maken bij staat, tot betaling van een voorschot van NAf 25.000 en tot betaling van de proceskosten. Het Gerecht heeft de vorderingen in reconventie afgewezen.
De beoordeling
promissory note- waarin [geïntimeerde 2] zich hoofdelijke mede-schuldenaar had verklaard voor een schuld van (een van) zijn vennootschappen (zie 3.1.2) met een beroep op artikel 1:88 lid 1 onder c BW door zijn echtgenote buitengerechtelijk kon worden vernietigd, zodat [geïntimeerde 2] had kunnen ontkomen aan persoonlijke aansprakelijkheid die uiteindelijk tot zijn faillissement heeft geleid. [appellant 1] erkent dat hij [geïntimeerde 2] niet heeft gewezen op die mogelijkheid, maar meent
promissory noteondertekend, waarmee hij zichzelf in privé naast VT SXM als hoofdelijke medeschuldenaren verbond voor de schuld van VTA. In de
promissory noteis een betalingsregeling overeengekomen, die inhield dat op 13 augustus 2018 het volledige bedrag aan [naam 1] zou zijn terugbetaald. Toen betaling ook daarna nog uitbleef is [naam 1] een incassoprocedure gestart. Op 30 augustus 2018 heeft zij een verzoekschrift bij het Gerecht ingediend, waarin zij de hoofdelijke veroordeling vorderde van [geïntimeerde 2] en de twee vennootschappen tot betaling van USD 58.860 (hoofdsom).
promissory noteondertekend. Zijn vrouw was daarvan op de hoogte, zoals zij van de hele kwestie op de hoogte was. Vervolgens heeft [appellant 1] [geïntimeerde 2] voorgehouden dat in het verzoekschrift stond dat hij meermaals de vordering tegenover [naam 1] had erkend. Dat werd in een productie (bij het verzoekschrift) bevestigd. [appellant 1] heeft [geïntimeerde 2] voorgehouden dat het een moeilijke zaak zou zijn, dat hij niet de indruk had dat [geïntimeerde 2] de
promissory noteniet vrijwillig had ondertekend en dat, wanneer [geïntimeerde 2] geen uitleg kon geven over de besteding van het geld hij mogelijk persoonlijk aansprakelijk kon worden gesteld. Daarmee heeft [appellant 1] [geïntimeerde 2] gewezen op de risico’s die hij liep en heeft hij op dat punt aan zijn zorgplicht voldaan. Verder gaf [geïntimeerde 2] meermaals te kennen dat hij [naam 1] het geld wilde terugbetalen, maar dat hij daar meer tijd voor nodig had. Hij wilde daarom dat [appellant 1] zou aansturen op een regeling. Kosten voor een juridisch gevecht wilde hij niet maken, omdat hij dat geld beter aan [naam 1] kon betalen
promissory notedoor de echtgenote kan in deze context niet als een schending van de zorgplicht worden aangemerkt. De vordering van artikel 1:88 BW strekt ter bescherming van de echtgenote en kan daarom alleen door haar worden ingesteld en niet door degene die de schuld is aangegaan. In dit geval was het [geïntimeerde 2] die zich - ook namens zijn twee vennootschappen - bij de advocaat meldde en niet (ook) zijn echtgenote, zij was ook niet bij de bespreking aanwezig. Bovendien is naar het oordeel van het Hof gelet op alle omstandigheden, waarbij het uitdrukkelijk de intentie van [geïntimeerde 2] was om de zaak te regelen, niet zonder meer een gegeven dat [geïntimeerde 2], was hij van de mogelijkheid tot vernietiging door zijn vrouw op de hoogte geweest, haar had aangespoord om daar gebruik van te maken, nog daargelaten of dat tot het beoogde resultaat had geleid. Bij vonnis van 23 juli 2019 zijn [geïntimeerde 2] en de twee vennootschappen hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan [naam 1] van USD 58.860, met rente en proceskosten. Omdat [geïntimeerde 2] in eerste aanleg de vordering had erkend, was ook het instellen van hoger beroep weinig zinvol. [appellant 1] heeft hem dan ook geadviseerd daarvan af te zien. Niet valt in te zien waarom dat advies in de gegeven omstandigheden een schending van de zorgplicht door [appellant 1] oplevert. Van een beroepsfout is geen sprake.
promissory notedoor zijn echtgenote. [appellante 6] heeft niet bestreden dat zij dat niet heeft gedaan, zodat daarvan moet worden uitgegaan. Ook zij meent dat zij daarmee niet haar zorgplicht heeft geschonden.
promissory notewaarop [geïntimeerde 2] antwoordde dat zijn echtgenote wist wat er speelde en ook van het bestaan van de
promissory noteop de hoogte was en daarmee instemde. De vader van de echtgenote zou bereid zijn om een bedrag van USD 10.000 te betalen, zodat [geïntimeerde 2] op die manier ‘goodwill’ kon tonen aan [naam 1]. [appellante 6] heeft duidelijk gemaakt dat het een moeilijke zaak is en dat er voornamelijk mogelijkheden waren ten aanzien van de steunvordering van de PSB-bank. De afspraak was dat [appellante 6] zich in het hoger beroep zou richten op het ontbreken van pluraliteit van schuldeisers.
promissory notete laten vernietigen lag gezien alle omstandigheden niet voor de hand en het niet wijzen op die mogelijkheid is dan ook niet aan te merken als een schending van de zorgplicht. Daarbij is van belang dat de vordering van artikel 1:88 BW strekt ter bescherming van de echtgenote (die zich niet tot [appellante 6] had gewend) en de omstandigheid dat op grond van artikel 1:89 BW alleen de echtgenote daar een beroep op had kunnen doen. Overigens is het de vraag of met het advies om de vernietigingsgrond door de echtgenote te laten inroepen het faillissement van de baan zou zijn. Bedacht moet worden dat niet de
promissory notemaar het inmiddels onherroepelijk geworden vonnis aan de faillissementsaanvraag ten grondslag lag.