Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
19 maart 2024voor het nemen van een gelijktijdig door partijen te nemen akte over de te benoemen deskundige, zoals overwogen in 2.5;
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behandeld, gaat het om een hoger beroep van de erven van een appellant tegen de Caribbean Mercantile Bank (CMB) over de zorgplicht van de bank bij online overboekingen. De erven stellen dat er online overboekingen zijn gedaan zonder instemming van de rekeninghouder, wat zou duiden op misbruik door derden. Het Hof heeft eerder een tussenvonnis gewezen waarin het de partijen de gelegenheid gaf om akten in te dienen. CMB heeft een intern onderzoeksrapport overgelegd waaruit blijkt dat er geen ongeautoriseerde toegang tot de bankrekening is geweest. De erven hebben echter kritiek geuit op de rapportages van CMB en stellen dat deze gebrekkig zijn en niet deugdelijk bewijs leveren voor de stellingen van de bank. Het Hof oordeelt dat CMB haar aansprakelijkheid onvoldoende heeft gemotiveerd en dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn voor de bewijslevering door de erven. Het Hof besluit dat er een deskundigenbericht moet worden gelast om de zaak verder te beoordelen, waarbij de kosten voor de deskundige door CMB moeten worden voorgeschoten. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting voor het nemen van een akte over de te benoemen deskundige.