Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
[APPELLANTE],
[GEÏNTIMEERDE],
Het verloop van de procedure
De beoordeling
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 24 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis. De appellante, die in eerste aanleg gedaagde was, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, waarin zij werd veroordeeld tot ontruiming van een perceel en tot betaling van huurpenningen aan de geïntimeerde. De appellante heeft verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van dit vonnis, hangende de behandeling van het hoger beroep.
Het Hof heeft vastgesteld dat de appellante, die 76 jaar oud is, op het perceel woont en dat zij een groot belang heeft bij schorsing van de ontruimingsveroordeling. De appellante heeft aangevoerd dat zij in financiële moeilijkheden verkeert en dat de veroordeling tot huurafdracht haar in ernstige problemen zou brengen. Het Hof heeft ook gekeken naar de belangen van de geïntimeerde, die als deelgenoot van de boedel wordt beschouwd, maar heeft geconcludeerd dat zijn belang bij spoedige ontruiming veel beperkter is dan het belang van de appellante bij schorsing.
Na een belangenafweging heeft het Hof besloten de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis te schorsen voor de duur van de procedure in hoger beroep. De beslissing over de kosten van deze schorsingsprocedure is aangehouden tot het eindvonnis in het hoger beroep. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.