ECLI:NL:OGHACMB:2024:141
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewijswaardering en schuldbekentenis in civiele zaak
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 30 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen een appellant en een geïntimeerde, beide wonende in Curaçao, over de geldigheid van een schuldbekentenis. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S.C. Larmonie, was in eerste aanleg gedaagde in conventie en eiser in reconventie, terwijl de geïntimeerde, vertegenwoordigd door R.A. Ramazan, in eerste aanleg eiseres in conventie en verweerster in reconventie was.
Het Hof had eerder op 24 oktober 2023 een bewijsopdracht verstrekt en de appellant toegelaten tot tegenbewijs tegen de stelling dat de verklaring in de schuldbekentenis waar was. Tijdens de enquête heeft de appellant twee getuigen gehoord, terwijl de geïntimeerde afzag van contra-enquête. De getuigenverklaringen werden beoordeeld, waarbij het Hof concludeerde dat de verklaring in de schuldbekentenis als waar moest worden aangenomen, ondanks de getuigenverklaringen van de appellant.
Het Hof heeft de eerdere beslissingen van het Gerecht bevestigd en de appellant veroordeeld tot betaling van NAf 4.187 aan de geïntimeerde, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 juli 2022. Daarnaast is de appellant veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad.