Uitspraak
[GEÏNTIMEERDE 1],
[GEÏNTIMEERDE 2],
[GEÏNTIMEERDE 3],
[GEÏNTIMEERDE 4],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een executiegeschil tussen de Stichting Particulier Fonds (SPF) en verschillende geïntimeerden over de vraag of de SPF dwangsommen heeft verbeurd door in strijd te handelen met een rechterlijk bevel om bouwwerkzaamheden te staken. De SPF is in hoger beroep gekomen van een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin de SPF werd veroordeeld om de bouwwerkzaamheden te staken en gestaakt te houden totdat er een bouwvergunning was verleend. De geïntimeerden hebben in incidenteel hoger beroep gesteld dat de SPF niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar grieven.
De procedure begon met een kort geding dat op 8 november 2022 werd uitgesproken, waarin de eisers (de geïntimeerden) de SPF verzochten om de bouwwerkzaamheden te staken. De SPF heeft vervolgens grieven ingediend tegen het vonnis en heeft de vordering tot vernietiging van het vonnis ingediend. De geïntimeerden hebben de grieven bestreden en incidenteel hoger beroep ingesteld.
Het Hof heeft de vorderingen van de SPF opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de SPF dwangsommen heeft verbeurd. Het Hof heeft de vorderingen van de SPF afgewezen en de kosten van het geding aan de zijde van de geïntimeerden toegewezen. Het vonnis van het Gerecht is vernietigd, en de SPF is veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. De uitspraak is gedaan op 30 juli 2024.