3.1Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1.1Op 20 mei 2016 heeft IFA een geldlening aan [Appellante] verstrekt van Afl. 5.200,39 (nr. 102042426). De nominale rente bedroeg 28,25% en de door IFA gestelde effectieve rente 28,20%. De totale terugbetalingsverplichting bedroeg Afl. 7.858,80 te voldoen in 36 maandtermijnen van Afl. 218,30. [Appellante] heeft Afl. 5.000,- ontvangen en Afl. 200,39 is betaald voor een bij de lening behorende levensverzekering.
3.1.2Uit haar overgelegde bankafschriften blijkt dat [Appellante] van juni 2016 tot en met mei 2017 twaalf betalingen van Afl. 218,30 aan IFA heeft gedaan.
3.1.3Op 9 juni 2017 heeft IFA een geldlening aan [Appellante] verstrekt van Afl. 7.141,74 (nr. 102392316). De nominale rente bedroeg 28% en de door IFA gestelde effectieve rente ook 28%. De totale terugbetalingsverplichting bedroeg Afl. 10.756,08, te voldoen in 36 maandtermijnen van Afl. 298,78. [Appellante] heeft Afl. 3.000,- ontvangen. Afl. 4.141,74 is “Paid to Cashier”, waarvan Afl. 3.867,46 is aangewend om de openstaande schuld uit de voorgaande lening af te betalen en Afl. 274,28 voor de betaling van een bij de lening behorende levensverzekering.
3.1.4Uit haar overgelegde bankafschriften blijkt dat [Appellante] van juni tot en met oktober 2017 vijf betalingen van Afl. 298,78 aan IFA heeft gedaan.
3.1.5Op 17 november 2017 heeft IFA een geldlening aan [Appellante] verstrekt van Afl. 14.914,31 (nr. 102537327). De nominale rente bedroeg 27,25% en de door IFA gestelde effectieve rente 28,46%. De totale terugbetalingsverplichting bedroeg Afl. 25.137,12 te voldoen in 48 maandtermijnen van Afl. 523,69. Afl. 7.119,31 is “Paid to Cashier”, waarvan Afl. 6.264,65 is aangewend om de openstaande schuld uit de voorgaande lening af te betalen en Afl. 854,66 voor de betaling van een bij de lening behorende levensverzekering. [Appellante] heeft Afl. 7.795,-,- ontvangen.
3.1.6Uit haar overgelegde bankafschriften blijkt dat [Appellante] in november en december 2017 twee betalingen van Afl. 523,69 aan IFA heeft gedaan.
3.1.7Op 4 juli 2018 heeft IFA een geldlening aan [Appellante] verstrekt van Afl. 16.550,52 (nr. 102740714). De nominale rente bedroeg 27,25%, de door IFA gestelde effectieve rente 28,25% en de totale terugbetalingsverplichting Afl. 31.423,80, te voldoen in 60 maandtermijnen van Afl. 523,73. Afl. 14.731,85 is “Paid to Cashier”, waarvan Afl. 13.396,33 is aangewend om de openstaande schuld uit de voorgaande lening af te betalen en Afl. 1.335,52 voor de betaling van een bij de lening behorende levensverzekering. [Appellante] heeft Afl. 1.818,67 ontvangen.
3.1.8Uit haar overgelegde bankafschriften blijkt dat [Appellante] van augustus 2018 tot en met november 2019 tien keer betalingen van Afl. 523,73 en drie keer van Afl. 523,75 aan IFA heeft gedaan.
3.1.9Op 10 december 2019 heeft IFA een geldlening aan [Appellante] verstrekt van Afl. 17.361,19 (nr. 103227355). De nominale rente bedroeg 27,25% en de door IFA gestelde effectieve rente 32,21%. De totale terugbetalingsverplichting bedroeg Afl. 32.962,80, te voldoen in 60 maandtermijnen van Afl. 549,38. Van het geleende bedrag (van Afl. 17.361,19) is Afl. 15.960,27 aangewend om de openstaande schuld uit de voorgaande lening af te lossen en Afl. 1.400,92 voor de betaling van een bij de lening behorende levensverzekering. [Appellante] heeft (dus) bij het afsluiten van deze geldlening niets ontvangen.
3.1.10Uit haar overgelegde bankafschriften blijkt dat [Appellante] van januari 2020 tot en met augustus 2020 zeven keer betalingen van Afl. 549,38 aan IFA heeft gedaan.
Vordering in eerste aanleg