ECLI:NL:OGHACMB:2024:119

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
AUA2023H00003
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake arbeidsvoorwaarden luchtverkeersleiders bij ANSA

In deze zaak heeft de vereniging Federacion di Trahadornan di Aruba (FTA) hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin haar verzoeken werden afgewezen. FTA vertegenwoordigt 23 luchtverkeersleiders die in dienst zijn van Air Navigation Services Aruba N.V. (ANSA). De luchtverkeersleiders hebben hun werkzaamheden in de verkeerstoren van de luchthaven van Aruba en zijn in 2015 overgegaan van de overheid naar ANSA. FTA heeft geklaagd over de strikte naleving van de werktijden zoals vastgelegd in de Tower Manual en de CAO's van 2016-2018 en 2019-2021. FTA stelt dat de luchtverkeersleiders in de praktijk eerder mochten vertrekken na de overdracht van hun verantwoordelijkheden, maar ANSA heeft een nieuw systeem geïmplementeerd dat deze praktijk niet meer toestaat. FTA verzocht het Hof om de beschikking te vernietigen en ANSA te verbieden haar beleid te handhaven, met een dwangsom voor elke dag dat ANSA dit verbod negeert. Het Hof heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een verworven recht op kortere werktijden en dat ANSA's belang bij het handhaven van veiligheidseisen zwaarder weegt dan het belang van de werknemers bij een iets kortere werktijd. Het Hof bevestigde de beschikking van het Gerecht en veroordeelde FTA in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2024
Registratienummers: AUA202201937 – AUA2023H00003
Uitspraak: 9 april 2024
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
B E S C H I K K I N G
in de zaak van:
de vereniging
FEDERACION DI TRAHADORNAN DI ARUBA (FTA),
gevestigd in Aruba,
in eerste aanleg verzoekster, thans appellante,
gemachtigde: mr. A.E.A. Hernandez,
tegen
de naamloze vennootschap
AIR NAVIGATION SERVICES ARUBA N.V., h.o.d.n.
ANSA,
gevestigd in Aruba,
in eerste aanleg verweerster, thans geïntimeerde,
gemachtigden: mrs. R.A. Wix en L.J. Pieters.
Partijen worden hierna FTA en ANSA genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Bij op 9 januari 2023 ingekomen beroepschrift, met een productie, is FTA in hoger beroep gekomen van de tussen partijen gegeven en op 29 november 2022 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht). Hierbij heeft FTA drie klachten tegen de beschikking aangevoerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof de beschikking zal vernietigen en haar verzoeken, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, alsnog zal toewijzen, kosten rechtens.
1.2
De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgehad op 5 februari 2024. Namens FTA is verschenen mr. Hernandez. Namens ANSA is verschenen de heer O. [HR medewerker], HR-medewerker van ANSA, bijgestaan door de gemachtigde van ANSA, mr. Pieters. Bij die gelegenheid hebben partijen, aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen, hun standpunten nader toegelicht en vragen van het Hof beantwoord.
1.3
Beschikking is aangezegd en bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1
Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
2.1.1
FTA vertegenwoordigt 23 luchtverkeersleiders die in dienst zijn van ANSA en die hun werkzaamheden uitvoeren in de verkeerstoren op de luchthaven van Aruba.
2.1.2
ANSA is opgericht nadat de overheid heeft besloten om de afdeling luchtverkeersleiding van de Directie Luchtvaart Aruba (DLA) met ingang van 1 januari 2015 te verzelfstandigen zoals overeengekomen in de verzelfstandigingsovereenkomst van 16 december 2014.
2.1.3
De luchtverkeersleiders maakten gebruik van het prikkloksysteem van Aruba Airport Authority (AAA). De AAA gaf de desbetreffende gegevens wekelijks door aan ANSA.
2.1.4
Omdat AAA op enig moment niet langer de informatie van haar prikkloksysteem met derden deelde heeft ANSA een eigen ‘’Attendance Management System’’ ingevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van biometrische gegevens (vingerafdrukken van de werknemers). Zij heeft dat bij bericht van 26 maart 2019 aan de luchtverkeersleiders meegedeeld met daarbij de opmerking, samengevat, dat bij discrepanties in aanwezigheid zonodig maatregelen zullen worden genomen. Verder vermeldt dat bericht:
“The hours of your shift is according to the Tower manual and CAO.”
2.1.5
In een interne memo van 22 juli 2019 heeft ANSA haar werknemers meegedeeld dat het nieuwe systeem is geïnstalleerd met daarbij uitleg hoe het te gebruiken. Daarbij is onder meer vermeld:
“ U dient de prikklok in de volgende gevallen te gebruiken:
1.Bij aanvang werktijd conform de voor u geldende werktijden.
(…)
3.Bij einde werktijd conform de voor u geldende werktijden.
(…)
Conform artikel 1.3 van ons Huishoudelijk reglement wordt de werknemer die niet op de voor hem geldende werktijd aanwezig is, als laat aangemerkt.
(…)
Ten aanzien van de vraag of bij laat komen een disciplinaire procedure zal worden opgestart, zal per geval worden bekeken en daarbij rekening worden gehouden met de regelmaat, duur en reden van het laat komen.
(….).”
2.1.6
In een schrijven van de manager van de luchtverkeersleiders, [manager luchtverkeersleiders], van 30 juli 2019 staat vermeld:
“ Reference the hours of duty, these are laid down in point 2 and 3 of article 32 of the recently signed (11 July 2019) CAO and are specified for each shift, and unfortunately, there isnoclause that stipulates that an ATCO may leave early when he or she has been relieved by another ATCO.
More importantly, the first paragraph of article 32 of the CAO, actually contradicts the notion that an ATCO may leave early once relieved. It specifically states: “De werknemer is verplicht om zich aan de door de werkgever vastgestelde werktijden te houden”.
For the established hours of duty (vastgestelde werktijden) for ATCOs, I refer to points 2 and 3 of article 32 of the current CAO (pages 20 and 21) and urge each and everyone (and myself) to adhere to the procedures laid down in the official documents mentioned above.”
2.1.7
Artikel 32 lid 4 van de geldende CAO (de laatste is van 11 juli 2019) bepaalt dat er tijdens de middagdienst minimaal drie luchtverkeersleiders aanwezig moeten zijn en tijdens de ochtend- en avonddienst minimaal twee.
2.1.8
Artikel 32 van de CAO schrijft de volgende werktijden voor:
- de ochtenddienst: van 06.50 tot 13.05 uur;
- de tussendienst: van 11.50 tot 18.05 uur;
- de middagdienst: van 12.50 tot 19.05 uur;
- de avonddienst: van 18.50 tot 00.05 uur.
2.2
In deze rechtszaak heeft FTA verzocht om de bestreden uitspraak te vernietigen en, voor zover in hoger beroep nog van belang, om:
voor recht te verklaren dat de mededeling van ANSA aan de luchtverkeersleiders dat zij in de verkeerstoren aanwezig dienen te blijven ondanks [dat] hun positie reeds is overgenomen en zo niet dit tot disciplinaire maatregelen kan leiden een eenzijdige wijziging van hun arbeidsvoorwaarden betreft
ANSA met ingang van de dag van deze uitspraak te verbieden haar aangekondigde beleid inhoudende een wijziging in de arbeidsvoorwaarden van de luchtverkeersleiders te handhaven
ANSA een dwangsom op te leggen van Afl. 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij nalaat aan dat verbod te voldoen, kosten rechtens.
2.3
In de bestreden beschikking heeft het Gerecht de vorderingen afgewezen.
2.4
FTA baseert haar vorderingen op het volgende. In praktijk werden de werktijden zoals vastgelegd in de Tower Manual en (later) de CAO 2016-2018 en de CAO 2019-2021 (vgl. 2.1.8) niet strikt nageleefd. Het werd goed gevonden dat wanneer de komende luchtverkeersleider zijn vertrekkende collega had afgelost en de verantwoordelijkheid van de positie was overgedragen en geaccepteerd, de afgeloste luchtverkeersleider de toren verliet. Door nu aan de luchtverkeersleiders strikte naleving van de werktijden op te leggen is volgens FTA sprake van een eenzijdige wijziging van een arbeidsvoorwaarde die onterecht is.
2.5
De vragen die voor de beoordeling van dit geschil moeten worden beantwoord zijn (a) of sprake is van een verworven recht dat als een arbeidsvoorwaarde moet worden gezien en zo ja (b) of sprake is van een (eenzijdige) wijziging van die arbeidsvoorwaarde die (c) niet toelaatbaar is. Het Hof komt tot het oordeel dat reeds de eerste vraag (a) ontkennend moet worden beantwoord en licht dat als volgt toe.
Geen gedragslijn waaruit verworven recht voortvloeit dat als arbeidsvoorwaarde moet worden gezien
2.6
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 22 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:976 overwogen dat het voor de beantwoording van de vraag of uit een door de werkgever jegens de werknemer gedurende een bepaalde tijd gevolgde gedragslijn voortvloeit dat sprake is van een verworven recht in de vorm van een aanvullende arbeidsvoorwaarde, aankomt op de zin die partijen aan elkaars gedragingen en verklaringen hebben toegekend en daaraan redelijkerwijze mochten toekennen. De Hoge Raad heeft daarbij betekenis toegekend aan gezichtspunten als (i) inhoud van de gedragslijn, (ii) de aard van de arbeidsovereenkomst en de positie die de werkgever en de werknemer jegens elkaar innemen, (iii) de lengte van de periode gedurende welke de werkgever de betreffende gedragslijn heeft gevolgd, (iv) hetgeen de werkgever en de werknemer in verband met deze gedragslijn jegens elkaar hebben verklaard of juist niet hebben verklaard, (v) de aard van de voor- en nadelen die voor de werkgever en de werknemer uit de gedragslijn voortvloeien, en (vi) de aard en de omvang van de kring van werknemers jegens wie de gedragslijn is gevolgd. Met inachtneming van die gezichtspunten oordeelt het Hof als volgt.
2.7
Vast staat dat volgens (voorheen) de Tower Manual en (later) de CAO (vgl. 2.1.) de luchtverkeersleiders de wacht moeten overnemen tien minuten voor het uur en dat de wacht voor de vertrekkende luchtverkeersleider eindigt om vijf minuten over het uur. In alle officiële documenten worden telkens deze tijden als de geldende werktijden vermeld. Na de verzelfstandiging van de DLA zijn de luhtverkeersleiders in dienst getreden van ANSA. Volgens het Sociaal Plan (art. 3.11) hebben alle werknemers hun recht op de geldende werktijdregeling behouden. Zowel de werknemers als ANSA konden of mochten naar het oordeel van het Hof die bepaling niet anders begrijpen dan dat met de werktijdregeling bedoeld werd de werktijden die in de CAO waren opgenomen. Dat waren de geldende werktijden. Dat in praktijk bij de wisseling van de wacht in afwijking van de geldende werktijden de afgeloste luchtverkeersleider (iets) eerder weg kon gaan, was niet meer dan gedoogbeleid. Inderdaad is, zoals FTA ter onderbouwing van haar stellingen betoogt, in een memo van 1 februari 2010 vermeld dat
‘’(…) indien u, zijnde op de A- of D ‘’Position’’ is afgelost en de verantwoordelijkheid van de positie is overgedragen en geaccepteerd, kan de luchtverkeersleiders die afgelost zijn, de verkeerstoren verlaten’’. Dat memo is echter slechts een intern memo uitsluitend bestemd voor het personeel werkzaam in de verkeerstoren waarin bovendien tevens is vermeld dat
“Volgens de Toren Manuaal dient u gewoonlijk de wacht over te nemen tien (10) minutenvòòrhet uur en de wacht eindigt vijf (5) minuten na het uur.”Het was de luchtverkeersleiders dus bekend dat met de mededeling in het memo werd afgeweken van de voor hen geldende werktijden. Onder die omstandigheden kan naar het oordeel van het Hof niet worden aangenomen dat de (iets kortere) werktijden die in acht mochten worden genomen wanneer aan de voorwaarden van juiste overdracht werd voldaan, als een verworven recht in de vorm van een aanvullende arbeidsvoorwaarde hebben te gelden. Van een ontoelaatbare eenzijdige wijziging van een arbeidsvoorwaarde is dus geen sprake.
Zwaarwegend belang van ANSA bij naleving veiligheidseisen
2.8
Daarbij geldt nog het volgende. Ter zitting heeft ANSA uitvoerig uitgelegd – onvoldoende weersproken door FTA - dat internationale eisen van veiligheid meebrengen dat bij het door ANSA gehanteerde systeem van gelijktijdige wisseling van de volledige ploeg luchtverkeersleiders (en niet één voor één op steeds een ander tijdstip) meebrengt dat er een overlap van aanwezigheid moet zijn van minimaal een kwartier waarna de vertrekkende luchtverkeersleider de verkeerstoren pas mag verlaten. ANSA heeft aangegeven dat zij pas op de hoogte raakte van het gedoogbeleid dat de afgeloste luchtverkeersleider voor het officiële einde van de dienst mocht vertrekken naar aanleiding van een niet nader aangeduid incident; dat was voor ANSA de aanleiding om naar een nieuw prikkloksysteem over te gaan. Of juist is dat, zoals FTA stelt, ANSA al eerder van het gedoogbeleid op de hoogte was of had kunnen zijn, laat onverlet dat voor de hand ligt dat het strikt volgen van protocollen die zijn gebaseerd op internationale regels en adviezen essentieel is om de veiligheid van het vliegverkeer te garanderen. Dat is een naar het oordeel van het Hof zwaarwegend belang voor ANSA waartegen het belang van de werknemers bij een iets kortere werktijd te weinig gewicht in de schaal legt. Dat ANSA, voor zover FTA dat nog heeft bedoeld te stellen, zich niet als goed werkgever zou gedragen door het gedoogbeleid niet langer te handhaven en strikt de hand te houden aan de overeengekomen werktijden, kan daarom niet worden gevolgd.
Slotsom
2.8
De conclusie is dat er geen grondslag is voor de vorderingen van FTA en het hoger beroep daarom niet slaagt. De beschikking waarvan beroep dient te worden bevestigd. FTA zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
bevestigt de beschikking waarvan beroep;
veroordeelt FTA in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van ANSA gevallen en tot op heden begroot op Afl. 4.000,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.J.H.G. Bronzwaer, E.A. Saleh en E.M. van der Bunt, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba uitgesproken op 9 april 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.