Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
"[…]
2. De uitzetting geschiedt krachtens een met redenen omkleed bevelschrift van de minister, belast met justitiële aangelegenheden, houdende het bevel Aruba binnen een daarbij te bepalen termijn te verlaten. Het bevelschrift vermeldt de periode waarin aan de betrokkene de toelating tot Aruba zal worden geweigerd; deze periode bedraagt ten hoogste acht jaar.
3. Bij de bepaling van de in de eerste volzin van het tweede lid genoemde termijn wordt aan betrokkene, indien nodig, voldoende tijd gelaten om orde op zijn zaken te stellen.
[…]"
Voorts bestaat geen grond voor het oordeel dat de minister in het uitzettingsbevel een land van herkomst had moeten vermelden. De uitspraak van de ABRvS van 2 juni 2021 gaat over de vraag of het Unierecht, specifiek de Terugkeerrichtlijn, ertoe verplicht dat in een terugkeerbesluit wordt vermeld naar welk land de betrokken vreemdeling moet terugkeren. De regels van het Unierecht met betrekking tot vreemdelingen gelden niet in Aruba zodat de uitspraak van de ABRvS niet in Aruba van toepassing is. Evenmin verplicht de Arubaanse wetgeving tot vermelding van een land van herkomst in een uitzettingsbevel. De betogen slagen niet.
Beslissing
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 3 augustus 2022 in zaak nr. AUA202100878, voor zover het Gerecht de minister van Justitie en Sociale Zaken heeft veroordeeld tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten van Afl. 700,-;
veroordeeltde minister van Justitie en Sociale Zaken tot vergoeding van bij [appellant] in verband met het beroep en hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van Afl. 2.800,-, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand;
gelastdat het Land Aruba aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht van Afl. 75,- vergoedt.