ECLI:NL:OGHACMB:2023:213
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- E.M. van der Bunt
- J. de Boer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over verkrijgende verjaring van eigendom en erfdienstbaarheid van een perceel grond
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de coöperatieve vereniging Caribbean Palm Village Resorts (CPV) tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. CPV is in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van 25 augustus 2021, waarin haar vorderingen in reconventie werden afgewezen en de vorderingen van Atlantico Development Inc. in conventie werden toegewezen. CPV stelt dat zij een recht van eigendom of erfdienstbaarheid heeft verworven op een perceel grond dat door Atlantico is gekocht. Het perceel ligt tegenover het timeshare resort van CPV, dat sinds 1986 als parkeerplaats wordt gebruikt. Atlantico heeft in 2007 het perceel gekocht en heeft CPV gesommeerd het perceel te ontruimen. CPV heeft in reconventie een verklaring voor recht gevorderd dat zij rechthebbende is op het perceel, maar het Hof oordeelt dat CPV niet als bezitter kan worden aangemerkt. Het Hof bevestigt dat de grieven van CPV falen, omdat de machtsuitoefening door CPV niet voldoende was om het bezit van Atlantico te ontkennen. Het Hof concludeert dat CPV niet kan worden aangemerkt als bezitter van het perceel en dat de vorderingen van Atlantico in conventie terecht zijn toegewezen. Het hoger beroep van CPV wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.