ECLI:NL:OGHACMB:2023:197

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
26 oktober 2023
Zaaknummer
CUR2023H00172, CUR2023H00173, CUR2023H00174 en CUR2023H00175
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoeken om herziening van een uitspraak van het Hof niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan machtiging

In deze zaak hebben verzoekers een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gedaan op 24 mei 2023. De verzoekers, allen wonend in Curaçao, hebben de voorzitter van het Hof verzocht om herziening van deze uitspraak, maar het Hof heeft geoordeeld dat de verzoeken kennelijk niet-ontvankelijk zijn. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de verzoekers niet hebben aangetoond dat zij de indiener van het verzoekschrift, de heer E.J. Leito, gemachtigd hebben om namens hen op te treden.

De procedure begon met de indiening van de verzoeken om herziening op 31 mei 2023, waarbij geen schriftelijke machtigingen waren bijgevoegd. De griffier heeft de indiener op 26 juli 2023 gewezen op het ontbreken van deze machtigingen en hem de gelegenheid gegeven om deze in te dienen. Ondanks dat er op 1 augustus 2023 enkele machtigingen werden ingediend, bleek dat deze niet recent waren en niet specifiek voor de herzieningsverzoeken waren opgesteld.

Op 12 augustus 2023 werden ongedateerde machtigingen ingediend, maar ook deze voldeden niet aan de vereisten, aangezien de handtekeningen niet fysiek waren gezet. Het Hof heeft vastgesteld dat van de geboden gelegenheden om recente machtigingen in te dienen geen gebruik is gemaakt. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de verzoekers Leito gemachtigd hadden, wat leidde tot de conclusie dat de verzoeken om herziening niet-ontvankelijk zijn verklaard. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 oktober 2023.

Uitspraak

CUR2023H00172, CUR2023H00173, CUR2023H00174 en CUR2023H00175
Datum uitspraak: 20 oktober 2023
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak van de voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba na vereenvoudigde behandeling op de verzoeken van:
1. verzoekster 1], handelend onder de naam [verzoekster 1],
2. [ verzoeker 2], handelend onder de naam [verzoeker 2],
3. [ verzoeker 3], handelend onder de naam [verzoeker 3],
4. [ verzoeker 4], handelend onder de naam [verzoeker 4],
allen wonend in Curaçao (hierna gezamenlijk: [verzoekers]),
verzoekers,
om herziening (artikel 96 van de Landsverordening administratieve rechtspraak; hierna: de Lar) van de uitspraak van het Hof van 24 mei 2023 in zaken nrs. CUR2022H00177, CUR2022H00187, CUR2022H00188 en CUR2022H00190 (ECLI:NL:OGHACMB:2023:73)

Procesverloop

Bij uitspraak van 24 mei 2023, ECLI:NL:OGHACMB:2023:73, heeft het Hof in de hoger beroepen van [verzoekers] tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 15 juni 2022 in zaken nrs. CUR202101843, CUR202101844, CUR202103711 en CUR202104031, die uitspraak bevestigd.
[verzoekers] hebben het Hof verzocht de uitspraak van 24 mei 2023 te herzien.

Overwegingen

Op grond van artikel 77, eerste lid, van de Lar, voor zover hier van belang, is op de behandeling van het hoger beroep en de uitspraak van het Hof hoofdstuk 3 van overeenkomstige toepassing.
Op grond van artikel 96, tweede lid van de Lar, zijn op het verzoek om herziening de hoofdstukken 3 en 6, paragrafen 1 tot en met 3, zoveel nodig van overeenkomstige toepassing.
Op grond van artikel 15, tweede lid, kan het beroepschrift (lees: verzoek om herziening) worden ingediend door degene die daartoe gerechtigd is, of door een door deze aangewezen gemachtigde. De machtiging wordt schriftelijk gegeven en bij het beroepschrift (lees: verzoek om herziening) overgelegd.
Op grond van artikel 22, eerste lid, voor zover hier van belang, wordt een beroepschrift (lees: verzoek om herziening) dat niet aan de bij artikel 15 gestelde eisen voldoet, door de griffier aan de indiener met mondelinge of schriftelijke opgave van redenen ter bijvoeging van de machtiging of andere bescheiden teruggegeven of teruggezonden. Daarbij wordt vermeld de termijn waarbinnen de bijvoeging van de machtiging of andere bescheiden dient te geschieden. Op grond van het tweede lid, voor zover hier van belang, kan het Gerecht (lees: het Hof) de indiener van het beroepschrift (lees: verzoek om herziening) niet-ontvankelijk verklaren indien binnen de vastgestelde termijn de machtiging of andere bescheiden niet zijn bijgevoegd.
Op grond van artikel 79, eerste lid, aanhef en onder b, kan het Gerecht (lees: de voorzitter van het Hof) onmiddellijk uitspraak doen indien verdere behandeling van het beroep (lees: het verzoek om herziening) hem niet nodig voorkomt omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Op 31 mei 2023 heeft dhr. E.J. Leito namens [verzoekers] verzoeken om herziening ingediend zonder bijvoeging van schriftelijk gegeven machtigingen. De griffier van het Hof heeft Leito daar op 26 juli 2023 op gewezen en hem tot en met 23 augustus 2023 in de gelegenheid gesteld machtigingen in te dienen voor de verzoeken om herziening. Daarbij is vermeld dat wanneer van deze gelegenheid geen gebruik wordt gemaakt, er rekening mee moet worden gehouden dat de verzoeken nietontvankelijk worden verklaard.
Op 1 augustus 2023 heeft Leito vier machtigingen van [verzoekers] ingediend van onderscheidenlijk 16 november 2020, 8 maart 2021, 3 augustus 2021 en 6 september 2021. Op 11 augustus 2023 is Leito erop gewezen dat de nader toegezonden machtigingen al in de eerste aanleg procedure zijn ingebracht en dat deze machtigingen niet opgesteld zijn voor het indienen van de verzoeken om herziening van de uitspraak van het Hof van 24 mei 2023. Er is ook op gewezen dat de machtigingen niet recent zijn. Leito is daarom opnieuw in de gelegenheid gesteld recente machtigingen van [verzoekers] in te dienen. Daarbij is vermeld dat wanneer van deze gelegenheid geen gebruik wordt gemaakt, de verzoeken nietontvankelijk worden verklaard.
Een dag later, op 12 augustus 2023, heeft Leito per e-mailbericht vier ongedateerde machtigingen van [verzoekers] ingebracht voor de verzoeken om herziening. De handtekeningen van [verzoekers] zijn niet fysiek met pen op de machtigingen zelf gezet. Op 14 augustus 2023 is Leito verzocht een origineel exemplaar van de machtigingen af te geven. Op diezelfde dag heeft Leito uitgeprinte exemplaren van de machtigingen afgegeven. Machtigingen met daarop door [verzoekers] fysiek met pen gezette handtekeningen zijn niet ingebracht. De machtigingen zijn bovendien ongedateerd. Van de geboden gelegenheden om recente machtigingen van [verzoekers] in te dienen is derhalve geen gebruik gemaakt. Gelet op het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat [verzoekers] Leito gemachtigd hebben voor het indienen van de verzoeken om herziening. De verzoeken om herziening zijn kennelijk nietontvankelijk.
Beslissing
De voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

verklaart de verzoeken om herziening niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. W.H. Bel, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.M.C.S. van der Heide, griffier.
w.g. Bel
voorzitter
w.g. Van der Heide
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 oktober 2023.