Uitspraak
1.[DE MAN],
[DE VROUW],
1.[DE MAN],
[DE VROUW],
1.het LAND CURAÇAO,
De zaak in het kort
Het verdere verloop van de procedure
De verdere beoordeling
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die een vervolg is op ECLI:NL:OGHACMB:2022:119, heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 19 september 2023 een eindvonnis uitgesproken in een hoger beroep. De zaak betreft de stichting FUNDASHON KAS POPULAR (FKP), die in eerste aanleg gedaagde was en thans appellante is, tegen [de man] en [de vrouw], die in eerste aanleg eisers waren en thans geïntimeerden. De zaak draait om de onrechtmatige ontruiming van een sociale huurwoning door FKP en de aansprakelijkheid van het Land Curaçao voor de schade die daaruit voortvloeit.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [de man] huurde in 1973 een woning van het Eilandgebied Curaçao. In 2012 heeft FKP sloopwerkzaamheden aan de woning verricht, waardoor veranderingen die [de man en de vrouw] hadden aangebracht, zijn tenietgedaan. In 2014 oordeelde het Hof in kort geding dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd en dat de gedwongen ontruiming door FKP in strijd was met het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In deze procedure vorderden [de man en de vrouw] schadevergoeding voor de onrechtmatige sloopwerkzaamheden.
Het Hof heeft in het tussenvonnis van 8 november 2022 de zaak naar de rol verwezen voor gelijktijdige memorie na tussenvonnis. Op 17 januari 2023 en 21 maart 2023 zijn memorie en antwoordmemorie ingediend. Het Hof heeft in het eindvonnis geoordeeld dat de vordering tegen het Land niet is verjaard en dat het Land medeaansprakelijk is voor de schade veroorzaakt door FKP. De schade als gevolg van de sloopwerkzaamheden is begroot op NAf 75.000,-, en het Hof heeft de vordering tegen FKP en het Land toegewezen, inclusief de proceskosten van beide instanties.
Het Hof heeft de eerdere beslissingen in het tussenvonnis gehandhaafd en de vorderingen van [de man en de vrouw] toegewezen, waarbij het Hof de aansprakelijkheid van het Land heeft bevestigd. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.