Uitspraak
[GEÏNTIMEERDE 2],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak vordert [appellante], handelende onder de naam AFP America, betaling voor goederen die eind 2016 in vier containers van Sint Maarten naar Aruba zijn verscheept. Bij een verstekvonnis zijn haar vorderingen toegewezen, maar bij een verzetvonnis zijn deze afgewezen. Het Hof beoordeelt in hoger beroep de vorderingen opnieuw. De procedure begon op 21 december 2021 met een akte van appel tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, uitgesproken op 10 november 2021. [appellante] heeft haar vorderingen toegelicht in een memorie van grieven, waarin zij het Hof verzoekt het eerdere vonnis te vernietigen en haar vorderingen alsnog toe te wijzen, met veroordeling van The Big House en [geïntimeerde 2] in de proceskosten.
Het Hof gaat uit van de feiten dat [appellante] in Sint Maarten zaken doet en dat de goederen in 2016 zijn verscheept. De goederen, waaronder melk en saucijzen, zijn op 16 november 2016 in Aruba aangekomen. [geïntimeerde 2] heeft inklaringskosten betaald, maar de goederen zijn niet allemaal vrijgegeven vanwege houdbaarheidsproblemen. [appellante] heeft The Big House en [geïntimeerde 2] aangesproken op betaling, maar zij hebben niet betaald. In deze rechtszaak vordert [appellante] hoofdelijke veroordeling van beide partijen tot betaling van USD 104.817,71.
Het Hof heeft [appellante] in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren voor haar vorderingen, waaronder de stelling dat [geïntimeerde 2] de goederen heeft gekocht. Ook is er ruimte voor bewijslevering met betrekking tot onrechtmatige daad en bestuurdersaansprakelijkheid. Het Hof houdt verdere beslissingen aan en heeft partijen opgedragen om binnen veertien dagen verhinderdata op te geven voor getuigenverhoren.