Uitspraak
Zaaknummer: H-263/19
Vonnis
[Naam],
- het opzettelijk in, uit of doorvoeren en/of
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, en/of
- afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen, waaronder begrepen het raffineren en omzetten,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- (een) voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat het/zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
- de boot “[naam boot]”(registratienummer [nummer]), die op zijn naam is gesteld, ter beschikking gesteld voor het vervoer van de deklading (vissen) en/of voornoemde handelshoeveelheid cocaïne en/of
- de boot “[naam boot]” gereed/geschikt heeft gemaakt voor het verbergen van verdovende middelen door één of meerdere verborgen ruimtes en/of compartimenten te maken en/of te laten maken en/of
- één of meerdere keren naar Venezuela en/of de Aves Eilanden gereisd om aldaar ontmoetingen te hebben en/of afspraken te maken met de leveranciers van de deklading (vissen) en/of voornoemde handelshoeveelheid cocaïne en/of
- één of meerdere personen benaderd en/of laten benaderen en/of geregeld/geronseld om als bemanning van de boot “[naam boot]” van Curacao naar Venezuela te varen om de voornoemde handelshoeveelheid cocaïne op te halen en/of in de boot te laden, althans te laten laden door derden en/of de eerdergenoemde boot (vervolgens) terug naar Curacao te varen met het doel deze verdovende middelen in te voeren, en/of
- één of meer document(en) en/of vergunning(en) (bewijs, vervangende vertrekpas), betrekking hebbende op het vervoer van een deklading vis (met daarbij de voornoemde handelshoeveelheid cocaïne) aan te vragen of aan te laten vragen door derden bij de Douane Curacao, althans de daartoe bevoegde instanties, en/of
- één of meermalen geld(en) voorhanden gehad en/of overgemaakt en/of overhandigd aan de bemanning van de boot “[naam boot]” ten behoeve van de aankoop van de deklading en de voornoemde handelshoeveelheid cocaïne, en/of
- één of meer telefoon- en/of chatgesprek(ken) gevoerd en/of sms-berichten verzonden en/of ontvangen met de medeverdachten en/of derden met betrekking tot het opzettelijk binnen het grondgebied van Curacao brengen en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een deklading vissen en/of daarbij voornoemde handelshoeveelheid cocaïne;
- (telkens), al dan niet door tussenkomst van [medeverdachte 4], contact opgenomen en/of gesproken met [man 1], met het doel om hem ertoe aan te zetten en/of te bewegen om (ten gunste van de verdachten [de verdachte] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], die op dat moment in beperkingen en/of voorarrest verbleven) zich bij de politie te melden en/of aldaar een verklaring af te leggen, die ertoe strekt dat die [man 1] de schuld op zich zou nemen voor de op de boot “[naam boot]” aangetroffen partij cocaïne, en/of
- aan die [man 1], al dan niet door tussenkomst van [medeverdachte 4], -
- de opdrachtgever heeft aan de kapitein en de matroos de boot, geld, een satelliettelefoon en koelboxen ter beschikking gesteld met het oog op het door hen en voor hem in Venezuela ophalen van een lading vis en schelpdieren;
- daartoe heeft de opdrachtgever met een of meer personen (in Venezuela) contacten onderhouden en afspraken gemaakt;
- de kapitein en de matroos zijn (in het gezelschap van een hierna te noemen derde man) met het oog op het uitvoeren van die opdracht van Curaçao naar Venezuela gevaren;
- in Venezuela is de boot van benzine voorzien en zijn de koelboxen gevuld met vis en schelpdieren;
- bij gelegenheid van die controle door de Kustwacht zijn die 14, verspreid over de boot verborgen pakketten cocaïne aangetroffen.
is die Colombiaan met jou meegegaan?” Kapitein:
ja. Opdrachtgever:
vaar snel) geeft de opdrachtgever over die conversatie geen uitleg, blijft een begrijpelijke uitleg over dat meevaren achterwege en volstaat hij in verhoor bij de politie met het stellen van tegenvragen [10] , en stelt hij later dat hij het meereizen was vergeten, dat hij begrijpt dat het vreemd overkomt dat hij daarover niet direct heeft verklaard, maar dat het voor hem niet zo belangrijk was. [11]
Hey, kapitein, hoe gaat het/ Gaan we samenwerken? Kom je me ophalen?” De kapitein zegt van dit bericht niet te weten, weet ook niet wie de persoon is. Pas na doorvragen: het is niet de meevarende Colombiaan, maar een ander met wie ik wel eens samenwerk in constructies. [17] Deze stelling is op zichzelf blijven staan.
wat ging mis met die ding, man”, “
verdomme man, maar hoe komt het dan”. [18]
Uiteindelijk je weet hoe iedereen in dit ding heeft gehandeld. Waarom zal je je uiterste best doen, jezelf voor de gek houden, zit vast voor hen en ze steken geen hand voor je uit”, waarmee hij kennelijk aangeeft te weten wie de belanghebbenden bij de partij cocaïne zijn, zij niets voor hem doen, terwijl hij vast zit voor hén. De vrouw van de opdrachtgever reageert min of meer bespiegelend: “
Kijk [bijnaam verdachte], niks gebeurde voor niets. Dit is een goede les voor ons”, waarop de opdrachtgever reageert met: “
Dit ding verpest ons (..) Dit ding heeft mij verpest”. [19] Desgevraagd in verhoor bij de politie heeft de opdrachtgever ervoor gekozen om te zwijgen. Het Hof acht de vorenweergegeven inhoud voor de waardering van de bewijsmiddelen redengevend.
[man 1] zal komen en zelf zorg zal dragen voor die ding. Volgens de kapitein
zullen zij gaan, zodra [man 1] komt.
Dan is alles klaar, aldus de opdrachtgever. Verder
weet [man 1] al wat hij moet komen zeggen. De kapitein merkt nog op dat
eigenlijk iedereen moet gaan, omdat [man 1] die ding had gezet. [20] En in een afgeluisterd telefoongesprek dat de opdrachtgever heeft gevoerd met (de dubbelrol spelende politieman) [medeverdachte 3] geeft de opdrachtgever te kennen dat het hem veel waard is
dat aan [man 1] zo spoedig mogelijk wordt duidelijk gemaakt dat hij dat ding van de hand niet heeft.
De ding van zijn hand zal hem verwurgen. [21] In verhoor geconfronteerd met deze geluidsopname en de daaraan door de politie gegeven duiding – ‘het ding van de hand’ is een mobiele telefoon waarin belastende informatie is opgeslagen, die niet in handen van de politie moet komen – doen zowel de opdrachtgever als de kapitein in wezen er het zwijgen toe. Ook uit een afgeluisterd telefoongesprek dat door de opdrachtgever met zijn vrouw is gevoerd, blijkt dat de opdrachtgever er veel aan is gelegen dat
[man 1]een verklaring gaat afleggen
die dit hele ding kan veranderen. [22]
- op 22 augustus 2019 aan boord van de [naam boot] in totaal een hoeveelheid van nagenoeg 16 kilogram cocaïne was verborgen, terwijl de [naam boot] vanuit Venezuela naar Curaçao is gevaren;
- de opdrachtgever de kapitein en de matroos als bemanning van de [naam boot] heeft gerekruteerd, die vervolgens op zijn aanwijzen naar Venezuela zijn gevaren en nadat de [naam boot] is beladen zijn teruggevaren naar Curaçao;
- zowel de kapitein als de matroos ieder voor zich wisselend hebben verklaard over hun doen en laten na aankomst in Venezuela, terwijl hun verklaringen daarover onderling uiteenlopen;
- het de opdrachtgever is geweest die voorafgaand aan het transport de contacten heeft gelegd en onderhouden met een of meer personen in Curaçao en Venezuela;
- de opdrachtgever de in zijn telefoon opgeslagen Whatsapp-gesprekshistorie met zijn Venezolaanse contactpersoon, [man 4], nadat de in de boot verborgen cocaïne was ontdekt, welbewust heeft gewist, met gevolg dat hij in zoverre de mogelijkheid tot verificatie/falsificatie van zijn verklaring onmogelijk heeft gemaakt, terwijl de reden van dat wissen in redelijkheid geen andere kan zijn dan dat de inhoud daarvan aan het zicht van politie en justitie verborgen dient te blijven;
- de kapitein eerst nadat hij door de politie daarmee is geconfronteerd heeft verklaard over een door de opdrachtgever tevoren aangekondigde opvarende naar Venezuela, terwijl de opdrachtgever daarover in verhoor bij de politie heeft gelogen;
- die opvarende in verband is gebracht met de handel in cocaïne;
- de inhoud van OVC waaraan de kapitein en de opdrachtgever in detentie hebben deelgenomen uitwijst, dat de opdrachtgever bij de kapitein informeert wat er met die ding – de smokkelwaar – is misgegaan, en wat daarvan de oorzaak is;
- de inhoud van OVC waaraan de kapitein en de opdrachtgever in detentie hebben deelgenomen uitwijst, dat een zekere [man 1] degene is geweest die ‘het ding heeft gezet’, dat een verklaring van [man 1] hen zal ontlasten, en dat het van groot belang is dat de telefoon van [man 1] niet in handen van politie en justitie belandt;
- de inhoud van een telefoongesprek waaraan de gedetineerde opdrachtgever
dat aan [man 1] zo spoedig mogelijk wordt duidelijk gemaakt dat hij dat ding van de hand niet heeft. De ding van zijn hand zal hem verwurgen.Bij dat laatste hebben de verdachte en [medeverdachte 4], blijkens de verdere inhoud van het uitgewerkte gesprek, het oog op het voorgenomen verhoor van [man 1] als getuige. Zij bespreken immers:
Ze hebben in de rechtszaal gezegd dat ze de man willen aanspreken in dit gedeelte.[Medeverdachte 4] moet van de verdachte contact zoeken met [man 1]. [Medeverdachte 4] zegt in dit gesprek daarover tegen de verdachte:
Sinds gisteren zat hij met mij.En voorts:
Hij heeft gezegd dat hij bereid is (het Hof begrijpt: om gehoord te worden
). Als ze willen, ze weten waar hij te vinden is.Waarop de verdachte zegt:
Maar ik wil dat niet eens. Nee, want ze gaan hem in een hoek zetten en vouwen, ze gaan hem vouwen. Hij moet dat niet eens doen, hij moet weg.[Medeverdachte 4] zegt daarop:
Ja, waarna de verdachte zegt:
Doet dat voor mij en kijken dat hij de ding van de hand niet heeft, vader.Later in het gesprek zegt [medeverdachte 4]:
Ik zal kapitein (het Hof begrijpt dat hiermee [man 1] wordt bedoeld
) wel aanspreken van wat is wat. Ik zal hem uitleggen van de ding van de hand.De verdachte reageert daarop:
Jah (..) ga uit en doet het meteen voor mij baas, dat is wel spoed spoed, want ze willen zijn nek morgen breken of vandaag of gisteren.
Ik heb [bijnaam] (Het Hof begrijpt dat hiermee [medeverdachte 4] wordt bedoeld)
nodig. Serieus ik heb hem spoed nodig. Ik heb hem spoed nodig om vanuit hierbinnen te kunnen. Zeg hem voor mij dat ik hem spoed nodig heb. Nu heb ik hem nodig om iets voor mij te doen.Zijn vrouw zegt hierop:
Ik zal hem voor jou zeggen [bijnaam verdachte]. Lukt je morgen?De verdachte zegt:
Morgen is het laat. Goed, ik zal je terugbellen.De verdachte belt zijn vrouw 20 minuten later terug met de vraag:
Heb je hem gebeld?Zijn vrouw antwoordt met:
Ja, ik had hem gebeld aangevende om te komen. Ik ben bezig met hem om te kijken of hij vandaag zal komen. Anders is het morgen tussen 11 en 12.De volgende dag, op 22 oktober 2019, belt de verdachte zijn vrouw om 11.15 uur en vraagt haar waar [medeverdachte 4] is, waarop zijn vrouw de telefoon aan [medeverdachte 4] geeft. [Medeverdachte 4] koppelt aan de verdachte terug dat
ze zijn(het Hof begrijpt: van [man 1])
hand ding niet hebben, waarop de verdachte reageert met:
Ach broer.[Medeverdachte 4] bevestigt dat z
ijn hand dingen in Nederland zijn gebleven.[Medeverdachte 4] zegt even later tegen de verdachte:
Je broer verstaat je zeer goed. Kapitein (het Hof begrijpt dat hiermee [man 1] wordt bedoeld)
vroeg mij voor de hand ding. Ik zei tegen hem dat er geen hand ding is.
Ik was via via wel op de hoogte dat [man 1] in Nederland was, maar ik was niet op de hoogte dat [man 1] zijn telefoon in Nederland heeft achtergelaten. Uit de inhoud van dit verhoor leidt het Hof eveneens af dat met [man 1] wordt bedoeld [man 1], die regelmatig voor de verdachte als kapitein op de [naam boot] naar Venezuela is gevaren.
zijn handdingen in Nederland zijn gebleven, leidt het Hof af dat de boodschap van de verdachte, te weten dat de telefoon van [man 1] moet verdwijnen, [man 1] daadwerkelijk via [medeverdachte 4] heeft bereikt: het Hof gaat daarmee voorbij aan de mogelijkheid van een voor de verdachte gelukkig toeval, in de zin van het door [man 1] bedoelde kwijtraken als onvrijwillig verlies van de telefoon. Daarmee is sprake van beïnvloeding van zijn vrijheid om een verklaring af te leggen. Immers, door [man 1] te zeggen om zijn telefoon ‘weg te doen’ wordt niet alleen de mogelijkheid van technisch onderzoek aan die telefoon gefrustreerd, maar daarmee wordt bovendien voorkomen dat [man 1] over die telefoon en de resultaten van dit onderzoek (moeilijke) vragen zal moeten beantwoorden. Dat de verdachte daarvoor vreesde, blijkt uit het feit dat hij tegen [medeverdachte 4] zegt: ‘
de ding van de hand zal hem verwurgen’. In zoverre is de inhoud van de verklaring van [man 1] gestuurd, en daarmee diens vrijheid om onbelemmerd te verklaren beïnvloed.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
48 (achtenveertig) maanden;