Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
De minister stelt zich ten onrechte op het standpunt dat een bezwaarschrift gericht tegen een afwijzende beschikking op een verzoek om heroverweging of herziening van die afwijzende beschikking als een bezwaarschrift tegen de afwijzende beschikking moet worden beschouwd. Dat zal per geval dienen te worden beoordeeld. Gelet op het verzoek van [appellant] van 27 mei 2020, zowel wat betreft de vorm als de inhoud daarvan, kan er geen twijfel over bestaan dat hij geen bezwaar heeft willen maken tegen de beschikking van 13 september 2019, maar dat hij de minister heeft willen verzoeken om terug te komen van deze inmiddels in rechte onaantastbaar geworden beschikking. De minister heeft het herzieningsverzoek dan ook ten onrechte aangemerkt als een bezwaarschrift tegen de beschikking van 13 september 2019. Dat er volgens de minister geen aanleiding was om terug te komen van de beschikking van 13 september 2019 en dat het herzieningsverzoek om die reden als bezwaarschrift is aangemerkt, doet er niet aan af dat de minister inhoudelijk op het herzieningsverzoek had moeten beslissen. Het betoog slaagt.
Beslissing
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 11 oktober 2021 in zaak nr. AUA202002500;
verklaarthet in die zaak ingestelde beroep
gegrond;
vernietigtde beschikking van de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie van 23 september 2020, kenmerk BI 261/2020;
draagtde minister van Arbeid, Integratie en Energie
opom met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen binnen drie maanden een nieuwe beschikking te geven op het door [appellant] op 27 mei 2020 ingediende verzoek om herziening;
veroordeeltde minister van Arbeid, Integratie en Energie tot vergoeding van bij [appellant] in verband met het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van Afl. 2.800,-, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand;
gelastdat het Land Aruba aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep en hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van Afl. 100,- vergoedt.