Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
- losse werknemers, waaronder wordt verstaan werknemers die als regel geen twaalf achtereenvolgende dagen, niet meegerekend zondagen en feestdagen als bedoeld in de Arbeidsregeling, in dienst van de werkgever zijn;
-degene die een dagloon geniet hoger dan NA
f217,36 indien voor hem een
6-daagse werkweek geldt, ongeacht of dit loon bij een of meer werkgevers wordt genoten;
-degene die een dagloon geniet hoger dan NA
f260,83 indien voor hem een
5-daagse werkweek geldt, ongeacht of dit loon bij een of meer werkgevers wordt genoten.
Artikel 1 van de Lov, voor zover hier van belang, definieert een werknemer als een ieder die voor een werkgever in dienstverband of persoonlijk in aangenomen werk arbeid verricht.
Verder heeft het Hof in zijn uitspraak van 11 augustus 2021, ECLI:NL:OGHACMB:2021:208, over de naheffingsaanslag aan Babitbay over het jaar 2011 overwogen dat Babitbay de betalingen aan de betrokken personen in haar financiële administratie heeft opgevoerd als loonbetalingen en dat USZV er daarom van uit mocht gaan dat dit juist is en dat er tussen die personen en Babitbay een dienstverband bestaat. Het is vervolgens aan Babitbay om daarover, in geval van betwisting, voldoende twijfel te zaaien.
f121.502,80 en in 2015 een bedrag van NA
f182.450,- heeft betaald. Babitbay betoogt terecht dat die betalingen de loongrens, bedoeld in artikel 1 van de Lzv, overschrijden. Derhalve is [arbeidskracht] geen werknemer in de zin van de Lzv en heeft USZV ten onrechte premie voor de Lzv nageheven over de betalingen die blijkens de grootboekrekeningen in 2014 en 2015 aan [arbeidskracht] zijn verricht. Dit betoog slaagt.
f1.400,- (1 punt voor het indienen van beroepschriften en 1 punt voor het verschijnen ter zitting) en in hoger beroep op een bedrag van NA
f1.400,- (1 punt voor het indienen van hogerberoepschriften en 1 punt voor het verschijnen ter zitting).
Beslissing
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 27 augustus 2021 in zaken nrs. SXM202000576, SXM202000579, SXM202000581 en SXM202000582 voor zover de beroepen in zaken nrs. SXM202000579, SXM202000581 en SXM202000582 over de controlejaren 2013, 2014 en 2015 ongegrond zijn verklaard en
bevestigtdie uitspraak voor zover daarbij het beroep in zaak SXM202000576 over het controlejaar 2012 ongegrond is verklaard;
verklaartde beroepen in zaken nrs. SXM202000579, SXM202000581 en SXM202000582 over de controlejaren 2013, 2014 en 2015
gegrond;
vernietigtde beschikkingen van het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen van 28 mei 2020 voor zover die gaan over de controlejaren 2013, 2014 en 2015;
draagthet Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen
opom binnen drie maanden met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen opnieuw te beschikken op de door Babitbay Beach Development Corporation N.V. gemaakte bezwaren tegen de beschikkingen over de controlejaren 2013, 2014 en 2015;
veroordeelthet Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen tot vergoeding van bij Babitbay Beach Development Corporation N.V. in verband met de beroepen en de hoger beroepen opgekomen proceskosten tot een bedrag van NA
f2.800,-, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand;
gelastdat het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen aan Babitbay Beach Development Corporation N.V. het door haar voor de behandeling van de beroepen en de hoger beroepen betaalde griffierecht tot een bedrag van NA
f1.350,- vergoedt.