ECLI:NL:OGHACMB:2022:260
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- J. de Boer
- E.A. Saleh
- Th.G. Lautenbach
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de gevolgen van cultuur op Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant], die sinds 1989 in dienst is bij SABA Electric Company N.V. (SEC) en op 1 december 2020 op staande voet is ontslagen. Het ontslag volgde na een aantal incidenten waarbij [appellant] werd beschuldigd van het goedkeuren van valse facturen en het bevoordelen van een aannemer. Na een eerdere beschikking van het Gerecht, waarin het ontslag werd bevestigd, heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 maart 2022 heeft [appellant] zijn standpunt toegelicht, terwijl SEC werd vertegenwoordigd door gemachtigden.
Het Hof heeft de feiten van de zaak beoordeeld, waaronder het ontslag op staande voet en de omstandigheden die daartoe geleid hebben. Het Hof concludeert dat SEC voldoende bewijs heeft geleverd voor de dringende redenen voor het ontslag. Het Hof wijst erop dat de cultuur op Saba niet kan dienen als rechtvaardiging voor de laakbare handelingen van [appellant]. De argumenten van [appellant] dat zijn handelingen in overeenstemming waren met de cultuur van de regio, werden door het Hof verworpen. Het Hof bevestigt de beslissing van het Gerecht en oordeelt dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven. Tevens wordt [appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op US$ 1.120,- aan gemachtigdensalaris.