Uitspraak
Zaaknummer: H-209/2019
Beslissing
[Veroordeelde],
mr. M.L.A. Angela, en van hetgeen door de veroordeelde en zijn raadsvrouw,
mr. S.K. Snel, naar voren is gebracht.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een ontnemingsbeslissing van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarbij de veroordeelde werd verplicht tot betaling van een bedrag van NAf 4.491.130,57 aan het land Curaçao. De ontnemingsbeslissing volgde op een strafzaak waarin de veroordeelde was veroordeeld voor het medeplegen van gewoontewitwassen. De veroordeelde heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij zijn raadsvrouw verschillende verweren heeft aangevoerd, waaronder de nietigheid van de ontnemingsvordering en de matiging van de betalingsverplichting. Het Hof heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 7 oktober 2021, waar de procureur-generaal en de raadsvrouw hun standpunten hebben gepresenteerd. Het Hof heeft de beslissing van het Gerecht bevestigd, waarbij het oordeelde dat de ontnemingsvordering terecht was ingesteld en dat de opgelegde betalingsverplichting niet gematigd hoefde te worden. Het Hof heeft ook geoordeeld dat de redelijke termijn in hoger beroep was overschreden, maar dat dit geen aanleiding gaf voor matiging van de betalingsverplichting. De beslissing van het Gerecht werd in stand gehouden, en het Hof heeft de argumenten van de verdediging verworpen.