Uitspraak
[curandus],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door Stella Maria Rasmiyn Giel, in haar hoedanigheid als curator van [curandus]. De zaak betreft de vraag of [curandus] ten tijde van de overdracht van haar onroerende zaak aan haar dochter [geïntimeerde] op 30 november 2015 geestelijk bekwaam was. De curator stelde dat er sprake was van een geestelijke stoornis die leidde tot wilsonbekwaamheid, en dat de overeenkomst daarom ongeldig zou zijn. Het Hof heeft in zijn tussenvonnis van 9 juni 2020 de curator toegelaten tot het bewijs van deze geestelijke stoornis. Na getuigenverhoren en een contra-enquête concludeerde het Hof dat de curator niet in het bewijs was geslaagd. De verklaringen van getuigen, waaronder de kleinzoon van [curandus], wezen erop dat zij in staat was om zelfstandig beslissingen te nemen en dat de overdracht van de onroerende zaak niet als ingrijpend werd ervaren. Het Hof oordeelde dat de overeenkomst en de overdracht geldig waren, en bevestigde het bestreden vonnis, waarbij de kosten van het hoger beroep werden gecompenseerd.