ECLI:NL:OGHACMB:2021:178
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake heropening van het geding en hoger beroep in civiele zaak
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, wonende in Aruba, had in eerste aanleg een herroeping gevorderd van een eerder vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, dat op 20 april 2020 was uitgesproken. Dit vonnis had betrekking op een bevel tot betaling van Afl. 11.500,-, dat op 1 juni 2011 was uitgevaardigd. De appellant was van mening dat het eerdere vonnis onterecht was en heeft grieven aangevoerd in zijn memorie van grieven, ingediend op 23 juli 2020.
De geïntimeerde, New India Assurance Representative N.V., heeft geen memorie van antwoord ingediend en heeft in haar pleitnota geconcludeerd dat het Hof de appellant niet-ontvankelijk zou verklaren in zijn hoger beroep. Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het bestreden vonnis van het Gerecht niet vatbaar is voor hoger beroep, zoals bepaald in artikel 388 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit appelverbod kan niet worden doorbroken, aangezien er geen erkende gronden zijn voor een dergelijke doorbreking.
Uiteindelijk heeft het Hof de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep en hem veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 2.250,-. Deze uitspraak is gedaan door de rechters M.W. Scholte, F.W.J. Meijer en J. de Boer, en is ter openbare terechtzitting uitgesproken in Aruba.