ECLI:NL:OGHACMB:2020:306
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake de financiële afrekening tussen informeel samenwonenden na beëindiging van hun relatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die in eerste aanleg zijn vorderingen heeft verloren tegen zijn voormalige partner en de vennootschap Fiscom Administratie en Belasting Adviesbureau N.V. De appellant, die in Curaçao woont, heeft in hoger beroep gesteld dat hij recht heeft op een financiële afrekening na de beëindiging van zijn informele relatie met de geïntimeerde. De procedure begon met een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin de vorderingen van de appellant werden afgewezen. De appellant heeft in zijn memorie van grieven vijf grieven voorgedragen en verzocht om vernietiging van de eerdere uitspraak.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de appellant en de geïntimeerde hebben van juli 2008 tot augustus 2016 een affectieve relatie gehad en hebben enige tijd samengewoond. De geïntimeerde is de enige bestuurder en aandeelhouder van Fiscom, waar de appellant als HRM consultant heeft gewerkt. De appellant heeft gesteld dat hij recht heeft op een deel van de inkomsten die via Fiscom zijn verdiend, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat er geen afspraken zijn gemaakt over de verdeling van kosten en inkomsten tijdens hun samenwoning.
Het Hof heeft de overwegingen van het Gerecht gevolgd, maar heeft geconcludeerd dat er wel een stilzwijgende afspraak kan worden aangenomen over de financiële ondersteuning tussen de partners. Het Hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de geïntimeerde nog een bedrag van NAf 2.750,- aan de appellant verschuldigd is, en heeft het bestreden vonnis vernietigd. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.