Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Ontvankelijkheid
3.Beoordeling
kortgedingvonnis dat uitgaat van het bestaan van een huurovereenkomst – toestemming heeft verleend de huurovereenkomst te beëindigen per 1 december 2018 en EMB heeft bevolen het Marine Watersport en Recreatie Centrum Brakkeput te verlaten (productie A bij memorie van antwoord). Het Gerecht heeft in beroep bij beschikking van 19 december 2018 – dat is
nadathet in het onderhavige appel bestreden vonnis van 1 oktober 2018 in een bodemprocedure was gewezen – de beschikking van de Huurcommissie vernietigd en zichzelf niet-ontvankelijk verklaard in het verzoek tot beëindiging van de overeenkomst tussen KM en EMB (productie 17 bij pleitnota zijdens EMB in appel).
marktwerkingzelf prijzen vast te stellen. Ook in de uitnodigingsbrief staat dat in een toekomstige situatie de eventuele overcapaciteit, tegen wellicht hogere tarieven, ten behoeve van anderen dan de doelgroep personeelsleden kan worden benut. Naar het oordeel van het Hof is derhalve geen sprake van oneigenlijk gebruik van het ter beschikking gestelde. Nu op de overeenkomst het huurregime van toepassing is, is niet relevant de zin die KM in de gegeven omstandigheden aan de overeenkomst mocht toekennen en op hetgeen KM te dien aanzien redelijkerwijs mocht verwachten (zie rov. 3.5). Grief 1 slaagt.