ECLI:NL:OGHACMB:2020:209
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een leningsovereenkomst met een APR hoger dan 27%
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap RHM MANAGEMENT AND INVESTMENT COMPANY N.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. RHM vorderde betaling van een bedrag van NAf 173,16, dat het onbetaalde restant was van een lening die op 8 augustus 2016 aan de geïntimeerde was verstrekt. De lening had een looptijd van zes maanden en een exorbitante jaarlijkse rentepercentage (APR) van 311,03%. RHM stelde dat de geïntimeerde in gebreke was gebleven met de betaling van de lening en vorderde daarnaast buitengerechtelijke incassokosten en boeterente.
Het Hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de geldigheid van de leningsovereenkomst, waarbij het van belang was dat de APR van meer dan 27% nietig is op grond van artikel 3:40 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Het Hof heeft eerder in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat een dergelijke rente nietig is, ongeacht of deze expliciet is overeengekomen. Het Hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde al meer dan 70% van de hoofdsom had betaald en dat de vordering van RHM terecht was afgewezen.
De grieven van RHM zijn verworpen en het Hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd. RHM is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op nihil. Dit vonnis is uitgesproken op 15 september 2020.