Uitspraak
Voorts betoogt appellante dat verweerder ten onrechte geen aanleiding heeft gezien in artikel 8 van het EVRM om haar aanvraag en die van haar kind toe te wijzen. Zij en haar echtgenoot wonen al meer dan vier jaar op Bonaire en haar kind gaat er naar school. Haar echtgenoot woont al geruime tijd op Bonaire en heeft er zijn eigen onderneming en sociale contacten, zodat van hem niet kan worden verwacht dat hij zijn leven voortzet in China.
Overigens heeft verweerder ter zitting te kennen gegeven dat indien appellante kan aantonen dat haar echtgenoot in 2019 een inkomen hoger dan het middelenvereiste heeft genoten en dat daarover de verplichte premies en belastingen zijn betaald, hij de loonverhoging niet langer ongeloofwaardig acht en het derhalve betrokken kan worden bij nieuwe aanvragen voor haar en haar kind.
Het betoog faalt.
Het betoog faalt.
Beslissing
mr. C.F. Donner-Haan, griffier.
voorzitter
BIJLAGE
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
Wet toelating en uitzetting BES
1. De verblijfsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd kan door Onze Minister worden geweigerd:
Besluit toelating en uitzetting BESArtikel 5.321. De in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet bedoelde middelen van bestaan zijn in ieder geval zelfstandig, indien verworven uit:
1. De vreemdeling legt, buiten het geval, bedoeld in artikel 12a van de Wet, bij de aanvraag tot het verlenen, wijzigen of verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd in ieder geval over een geldig document voor grensoverschrijding, alsmede, voor zover redelijkerwijs mogelijk, de gegevens en bescheiden op basis waarvan kan worden vastgesteld dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor verlening, wijziging of verlenging.
[..]