Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Ontvankelijkheid
3.De beoordeling
Land Aruba v. [Geïntimeerde](Bijlage 3 bij productie 10 bij inleidend verzoekschrift): ‘Het Land heeft beaamd dat in de kadastrale registratie een fout is gemaakt doordat het hypotheekrecht van CMB op het perceel niet is overgenomen in de kadastrale registratie …’
IFPS v. Bank of Nova Scotia e.a., rov. 2.17-2.22) en evenmin is van het per 1 januari 1992 in Nederland bestaande artikel 117 (oud) Kadasterwet een pendant opgenomen in de wetgeving van Aruba, maar een vordering uit onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW: strijd met een wettelijke plicht) is niet uitgesloten. Blijkens voornoemd Hofvonnis van 19 januari 2016,
Land Aruba v. [Geïntimeerde], is daarop echter door [Geïntimeerde] geen beroep gedaan.
B. v. Spaar en Beleenbank van Curaçao).
Knobo v. Schellenbach:
B. v. Spaar en Beleenbank van Curaçao, is van beperkt belang voor de onderhavige zaak. Deze Curaçaose zaak betrof eveneens een door de notaris niet vermelde verhypothekering. Het Hof besliste – welke beslissing in cassatie overeind is gebleven – dat de notaris niet kon volstaan met recherche in het E/OR4-register (het repertorium) en, zoals de deskundige had geadviseerd, het C/OR3-register (van overschrijvingen). De notaris diende ook onderzoek te doen in het register B/OR2b (het register van inschrijvingen van hypotheken). In die zaak was niet het uitgangspunt zoals in casu dat de toegangspoort via het kadaster een fout bevatte, waardoor de desbetreffende hypotheek (waarvan de akte was opgenomen in het B-register) niet werd gesignaleerd. Niet staat vast dat het systeem in Curaçao overeenstemt met dat in Aruba en Nederland. In de onderhavige zaak heeft de notaris wel het B-register geraadpleegd door tussenkomst van de Dienst Landmeetkunde en Vastgoedregistratie, afdeling Hypotheekkantoor: zowel de herinzage als de narecherche bevatten verklaringen van de Dienst met betrekking tot inschrijvingen in onder meer het B-register (zie de verklaringen van de Dienst onder productie C bij conclusie van antwoord).
IFPS v. Bank of Nova Scotia e.a., is dat in die zaak deel en nummer van hypotheekinschrijvingen wel bekend waren doordat zij uit de kadastrale registratie bleken. De notaris had onderzoek moeten doen naar het later gesplitste moederrecht en dan zou hij van die gegevens kennis hebben gekregen.